5 COMMUNICATIEHULPMIDDELEN
PSK-berichtengeheugen
Vaste uitdrukkingen die vaak in de PSK-modus worden gebruikt,
kunnen van tevoren worden geregistreerd in het
berichtengeheugen. Door de automatische TX- en RX-functies
aan de vaste zinnen toe te voegen, kunnen berichten via
eenvoudige bediening worden verzonden.
• Maximaal 8 soorten berichten kunnen worden geregistreerd.
Berichten registreren
1 Druk op F3 [DECODE] om het PSK-
communicatiescherm weer te geven.
2 Druk op F5 [MEMORY] om het PSK-
berichtenscherm weer te geven.
3 Druk op F3 [
]/F4 [
CH]-knop om het kanaal te selecteren voor
registratie van her bericht.
• Als F3 [
] en F4 [
toetsaanduiding, druk dan op F2 [MORE] om het
toetsaanduidingdisplay te schakelen.
4 Druk op F5 [MSG].
5 Gebruik de functietoetsen, [MULTI/CH]-regelaar of
een USB-toetsenbord voor het invoeren van een
tekenreeks.
Toets
F1 [SPACE]
F2 [–]/F3 [+]
F4 [
]/F5 [
]
F [BACK SPACE]
F [DEL]
F [CHAR]
• Door op F7 [CANCEL] te drukken wordt de inhoud die
momenteel wordt bewerkt gewist en wordt de
tekenreeksinvoermodus afgesloten.
6 Druk op F6 [SAVE] om het bewerkte bericht op te
slaan.
5-26
] of draai aan de [MULTI/
] niet worden weergegeven in de
Gedrag
Voert een spatie in.
Selecteert een personage.
Verplaatst de cursor.
Verwijdert het teken links van de cursor.
Verwijdert het teken aan de rechterkant
van de cursor.
Hiermee wisselt u het tekentype die moet
worden bewerkt. Door telkens op de
toets te drukken, verandert de selectie in
de volgende volgorde:
ABC (hoofdletters) → abc (kleine letters)
→!"# (symbolen) → ABC (hoofdletter)
Auto TX/RX configureren voor het PSK-
berichtengeheugen
Het verzend- en ontvangstgedrag kan worden geconfigureerd
wanneer een PSK-berichtgeheugenkanaal is geselecteerd.
• Auto TX plaatst deze zendontvanger in de TX-modus voordat
een bericht wordt verzonden wanneer een geheugenkanaal
voor berichten is geselecteerd en behoudt de TX-modus nadat
alle berichten zijn verzonden.
• Voor auto RX drukt u op [F12] nadat het selecteren van een
berichtgeheugenkanaal voor verzending deze zendontvanger
in de TX-modus zet. Als het bericht is verzonden, wordt deze
zendontvanger automatisch teruggesteld op de RX-modus.
• Door auto TX en auto RX te combineren, kunnen zowel de
verzending als de ontvangst automatisch worden uitgevoerd.
1 Druk op F3 [DECODE] om het PSK-
communicatiescherm weer te geven.
2 Druk op F5 [MEMORY] om het PSK-
berichtenscherm weer te geven.
3 Druk op F3 [
]/F4 [
CH]-knop om het kanaal te selecteren dat het
bericht voor TX/RX bevat.
4 Druk op F6 [AUTO.TX] om auto TX in te stellen op
AAN.
<<
>> wordt rechts van het PSK-bericht
weergegeven.
• Wanneer auto TX is ingesteld op UIT, schakelt het <<
>> display uit en wordt het PSK-bericht van het
kanaal tijdelijk in de tekenreeksbuffer geplaatst maar niet
automatisch verzonden.
5 Druk op F7 [AUTO.RX] om auto RX in te stellen op
AAN.
<<
>> wordt rechts van het PSK-bericht
weergegeven.
• Wanneer auto RX is ingesteld op UIT, schakelt het <<
>> display uit en wordt deze zendontvanger
niet teruggezet naar de RX-modus nadat het PSK-bericht
voor het kanaal is verzonden.
Als u een PSK-bericht wilt verzenden waarvoor "AUTO
●
TX" is geconfigureerd op AAN, selecteert u het kanaal
waarin het PSK-bericht is opgeslagen. Controleer of de
tekenreeks (PSK-bericht) wordt doorgestuurd naar de
tekenreeksbuffer, gevolgd door het indrukken van [F12]
op het USB-toetsenbord.
Om deze zendontvanger naar de RX-modus te
●
schakelen na het verzenden van een PSK-bericht
waarvoor "AUTO RX" is ingesteld op UIT, drukt u op
[F12] op het USB-toetsenbord nadat het PSK-bericht is
verzonden.
] of draai aan de [MULTI/