Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
9. INGEBRUIKNAME
a) Aansluiten aan de spannings-/stroomtoevoer
De lader moet op een gestabiliseerde gelijkspanning (11 - 30 V/DC) worden gebruikt.
Gebruik de lader nooit op een andere spanning; hierdoor raakt de lader defect en de aanspraak op
waarborg/garantie gaat verloren!
De lader beschikt over een maximaal laadvermogen van 1000 W. Afhankelijk van de hoogte van het daadwerkelijk
gebruikte laadvermogen (afhankelijk van het accutype, van het aantal cellen en van de ingestelde laadstroom),
moet de stroomtoevoer overeenkomstig sterk worden gekozen.
Bij volledig gebruik van het maximale laadvermogen van 1000 W, moet de door u gebruikte netadapter een
ongeveer 20% hoger uitgangsvermogen kunnen leveren, dus ca. minimaal 1200 W.
Voor het gebruik van de lader kan tevens een voldoende sterk uitgevoerde loodaccu van bijv. een vrachtwa-
gen worden gebruikt (12 of 24 V).
Sluit de aansluitkabel (10) aan op de spannings-/stroomtoevoer. Let op de juiste polariteit (let op plus/+ en min/- !).
De rode kabel moet op de pluspool (+) worden aangesloten, de zwarte kabel op de minpool (-).
De lader geeft een kort geluidssignaal en de LC-display gaat branden. De
lader bevindt zich nu in het hoofdmenu (zie rechts voor een voorbeeld).
b) Aansluiten van een accu op de lader
Neem de volgende punten in acht, voordat u een accu aansluit of laadt/oplaadt:
• Indien u dit nog niet hebt gedaan, moet u eerst hoofdstuk 5, 6 en 7 volledig en aandachtig doorlezen.
• Weet u precies welke gegevens de accu heeft? Onbekende of accu's zonder opdruk, waar u de waarde
niet van kent, mogen niet worden aangesloten/geladen/ontladen!
• Hebt u het juiste laadprogramma voor het aanwezige accutype gekozen? Onjuiste instellingen bescha-
digen de lader en de accu; er bestaat bovendien brand- en explosiegevaar!
• Hebt u de passende laadstroom ingesteld?
• Hebt u de juiste spanning ingesteld (bijv. bij meercellige LiPo-accu's)? Een tweecellige LiPo-accu kan
o.a. parallel geschakeld zijn (3,7 V) of in serie (7,4 V).
• Zijn alle verbindingskabels en aansluitingen in orde, zijn de stekkers goed in de connectors gestoken?
Uitgerekte stekkers en kabels moeten worden vervangen.
• Sluit op de uitgang van de lader altijd alleen één afzonderlijke accu of één afzonderlijk accupack aan,
nooit meerdere tegelijk.
• Bij het aansluiten van een accu op de lader, moet u altijd eerst de laadkabel met de lader verbinden.
Verbind daarna pas de laadkabel met de accu. Bij het loskoppelen, gaat u in omgekeerde volgorde te
werk (eerst de accu loskoppelen van de laadkabel, daarna de laadkabel van de lader).
Anders bestaat gevaar voor kortsluiting. Dit kan tot een brand of een explosie van de accu leiden!
• Wanneer u zelfgeconfectioneerde accupacks wilt opladen, dan moeten de cellen soortgelijk zijn (zelfde
type, zelfde capaciteit, zelfde fabrikant).
Bovendien moeten de cellen dezelfde laadtoestand hebben (LiPo-accu's kunnen via de balancer
overeenkomstig worden gecompenseerd, andere accupacks zoals NiMH of NiCd, echter niet).
• Voordat u een accu/accupack aansluit op de lader, moet u hem volledig loskoppelen, bijv. van een
vlieg- of rijregelaar.
All manuals and user guides at all-guides.com
PROGRAM SELECT
LiPo BATT
155
Advertenties
