Inhoudsopgave Pagina Inleiding ................................4 Verklaring van de symbolen ..........................4 Doelmatig gebruik ..............................5 Omvang van de levering ............................5 Veiligheidsinstructies ............................6 a) Algemeen ..............................6 b) Plaatsing ................................6 c) Gebruik ................................7 Accu-informatie ..............................9 a) Algemeen ..............................9 b) Aanvullende informatie over lithium-accu's ....................10 Geschikte accutypes ............................12 Bedieningselementen ............................13 Ingebruikname ..............................14 a) Aansluiten op de voeding ..........................14...
Pagina 3
Pagina 12. NiMH- en NiCd-accu's ............................25 a) Algemeen ..............................25 b) Accu laden (“CHARGE”) ..........................25 c) Automatische laadmodus (“Auto CHARGE”) ....................26 d) Accu nogmaals opladen (“RE-PEAK”) ......................27 e) Accu ontladen (“DISCHARGE”) ........................28 f) Cyclusprogramma (“CYCLE”) ........................29 13. Loodaccu's (Pb) ..............................30 a) Algemeen ..............................30 b) Accu laden (“CHARGE”) ..........................30 c) Accu ontladen (“DISCHARGE”) ........................31 14.
De ambitieuze vrijetijdselektronicus maar ook de professionele gebruiker heeft met een product uit het Voltcraft ® assortiment zelfs voor de meest veeleisende opgaven altijd de beste oplossing tot zijn beschikking. En het bijzondere:...
3. Doelmatig gebruik De lader beschikt over een laad-/ontlaadkanaal; dit staat als XT60-aansluiting ter beschikking. Voor meercellige lithium-accu's is een balancer geïntegreerd. De bediening gebeurt via een tweeregelig, verlicht display en vier be- dieningsknoppen. De lader is bedoeld voor het op- en ontladen van accu's van het type NiMH/NiCd (1 - 15 cellen), LiPo/LiIon/LiFe/LiHV (2 - 6 cellen) en voor loodaccu's (1 - 10 cellen, 2 V - 20 V).
5. Veiligheidsinstructies Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien u de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgt, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan personen of voorwerpen.
• Houd de lader uit de buurt van brandbare of licht-ontvlambare materialen (bijv. gordijnen). • Dek de ventilatieopeningen nooit af; er bestaat oververhittings- en brandgevaar! Steek geen voorwerpen in de ventilatie-openingen van de lader. Belemmer de functie van de ingebouwde ventilator nooit. • Plaats de lader niet zonder geschikte bescherming op waardevolle meubeloppervlakken.
Pagina 8
• Verbind nooit meerdere laders met elkaar. • Op de lader mag altijd slechts een enkele accu/accupack worden aangesloten en geladen. • Gebruik het product op gematigde breedten, nooit in de tropen. Raadpleeg het hoofdstuk “Technische gegevens” voor de toegestane omgevingscondities. • Gebruik het product nooit direct nadat het van een koude naar een warme ruimte is overgebracht.
6. Accu-informatie Het gebruik van accu's is vandaag de dag weliswaar vanzelfsprekend, maar er bestaan toch tal van gevaren en problemen. Vooral bij LiPo-/LiIon-/LiFe/LiHV-accu´s met hun hoge energie-inhoud (in vergelijking met gewone NiCd- of NiMH-accu’s) moeten er verschillende voorschriften in acht worden genomen aangezien er anders explosie- en brandgevaar bestaat.
• Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt (bijv. bij opslag), dient u een eventueel aangesloten accu los te koppelen van de lader en de lader van de spannings-/stroomvoorziening. • Laad/ontlaad geen accu's die nog heet zijn (bijv. veroorzaakt door het stroomverbruik van uw model). Laat de accu eerst tot op kamertemperatuur afkoelen, voordat u deze laadt/ontlaadt.
Pagina 11
• Gebruik voor het laden van lithium-accu’s alleen een hiervoor geschikte lader en gebruik de juiste laad- procedure. Gewone laders voor NiCd-, NiMH- of loodaccu's mogen niet worden gebruikt; er bestaat brand- en explosiegevaar! Kies afhankelijk van de accu altijd de juiste laadprocedure. • Als u een Lithium-accu met meer dan één cel laadt, gebruik dan absoluut een zog.
8. Bedieningselementen 1 Verlicht LCD 2 Balancer-poort, voor de aansluiting van de balancerkabel van een lithium-accu of een extern balancerboard (niet meegeleverd) 3 XT60-aansluiting voor accu 4 Knop “ENTER/START”: starten/voortzetten van het laadproces, bevestiging van een instel-/bedieningsfunctie 5 Knop “INC”: accuprogramma in het hoofdmenu selecteren, waarde-invoer (waarde verhogen), menuselectie (voo- ruit), weergave van de spanningswaarden van afzonderlijke cellen bij het laden van lithium-accu's met balancer- aansluiting 6 Knop “DEC”: Accuprogramma in het hoofdmenu selecteren, waarde-invoer (waarde verminderen), menuselectie...
9. Ingebruikname a) Aansluiten op de voeding Opgelet! Sluit de lader altijd eerst aan op de voeding; pas daarna mag er een accu op de lader worden aangesloten. De lader kan via zijn gelijkstroomspanningsingang (11 - 18 V/DC) aan een geschikte netvoedingadapter of ook via een auto-loodaccu worden gebruikt.
b) Een accu aansluiten op de lader Neem de volgende punten in acht voordat u een accu aansluit resp. laadt/ontlaadt: • Indien u dit nog niet hebt gedaan, lees dan eerst hoofdstuk 5, 6 en 7 helemaal en aandachtig door. • Weet u precies welke gegevens uw accu heeft? Onbekende of niet-bedrukte accu's waarvan de waarde niet bekend is, mogen niet worden aangesloten/geladen/ontladen! • Hebt u het juiste laad/ontlaadprogramma voor het betreffende type accu geselecteerd? Onjuiste instel-...
Proces voor het aansluiten van een accupack op de lader: 1. Sluit de lader aan op de spannings-/stroomvoorziening. 2. Sluit de kabel aan op de XT-60-aansluiting van de lader. Let op de juiste polariteit; bij de XT60-aansluiting van de lader is deze aangegeven. De laadkabel mag nog niet met de accu verbonden zijn! Hierbij kan een kortsluiting in de stekker van de laadkabel worden veroorzaakt;...
d) Laad- en ontlaadvermogen De lader beschikt over een laadvermogen van max. 60 W en een ontlaadvermogen van max. 5 W. Let op: Het laadvermogen begrenst de telkens mogelijke laadstroom afhankelijk van het accutype en het aantal cellen. Dit geldt ook voor het ontlaadvermogen. Voorbeeld bij het laden van een accu: De lader biedt een laadstroom van max.
10. Menustructuur Bij nieuwere versies van de firmware kunnen zowel de menustructuur alsook die op de volgende pagina's weergegeven display’s eventueel wijzigen.
11. Lithium-accu's (LiPo, LiIon, LiFe, LiHV) a) Algemeen De accuprogramma's voor LiPo-, Li-ion-, LiFe-, en LiHV-accu's onderscheiden zich in principe alleen in de spanningen en de toegestane laadstroom, zie tabel in hoofdstuk 7. Bij het laden van een lithium-accu zijn er twee verschillende fasen. Eerst wordt de accu met constante stroom gela- den.
b) Accu zonder Balancer-aansluiting opladen (“CHARGE”) Uiteraard kunt u ook meercellige lithium-accu's met balancer-aansluiting met het accuprogramma “CHAR- GE” laden. Hierbij vindt echter geen compenseren van de afzonderlijke celspanningen plaats, zodat het in een overla- den van een of meerdere cellen kan resulteren. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Laad daarom meercellige lithium-accu's met balancer-aansluiting altijd met het accuprogramma “BALANCE”, maar nooit met het accuprogramma “CHARGE”! • Kies eerst zoals in hoofdstuk 11.
Indien deze beide aantallen niet overeenkomen, controleer dan zowel de instellingen van de lader alsook van de accu. Het kan zijn dat de LiPo-accu diepontladen is of dat een cel defect is. Dergelijke accu's moet u niet opladen aangezien hierbij brand- en explosiegevaar bestaat! Met de knop “BATT./STOP”...
Pagina 22
Belangrijk! Alleen een accupack met een exact gelijke spanning per cel levert het maximale vermogen en de maximale gebruiksduur voor een modelvliegtuig of -auto. Door de schommelingen in materiaalkwaliteit en de interne opbouw van bijvoorbeeld een meercellig li- thium-accupack kan het bij ontladen voorkomen dat de cellen aan het eind van het ontlaadproces een verschillende spanning hebben.
d) Snelladen (“FAST CHG”) Bij het laden van een lithium-accu wordt de laadstroom door het toegepaste laadproces steeds lager, des te voller de accu is (als de accu zijn maximale laadspanning heeft bereikt en de lader omschakelt van de constante stroom- op het constante spannings-laadproces).
f) Accu ontladen (“DISCHARGE”) Normaliter is het bij lithium-accu's niet nodig, deze voor het laadproces te ontladen (dit in tegenstelling tot NiCd- accu's). De accu kan ongeacht zijn bestaande capaciteit direct worden opgeladen. Als u toch een lithium-accu wilt ontladen, dan kan de ontlaadstroom worden ingesteld. De maximaal mogelijke ontlaadstroom is afhankelijk van accutype, de accucapaciteit en het aantal cellen.
12. NiMH- en NiCd-accu's a) Algemeen De accuprogramma's voor NiMH- en NiCd-accu's onderscheiden zich in principe alleen in het intern gebruikte laad- proces. De instellingen in de menu's zijn identiek. De lader moet zich in het hoofdmenu bevinden. BATT/PROGRAM Kies hier met de knop “INC.” resp. “DEC.” de voor de gebruikte accu passende NiMH BATT accutype (NiMH of NiCd), zie afbeeldingen rechts.
Met de knoppen “INC.” resp. “DEC.” kan een ander accuprogramma geselecteerd worden; met de knop “BATT./STOP” komt u terug in het hoofdmenu. • Als de waarde voor de laadstroom moet worden veranderd, drukt u op de knop “ENTER/START”. De laadstroom knippert.
d) Accu nogmaals opladen (“RE-PEAK”) De lader beëindigt bij NiMH- en NiCd-accu's het laadproces automatisch wanneer de accu vol is. De herkenning, wanneer de accu volledig is opgeladen, wordt volgens de Delta-U-methode uitgevoerd. Met behulp van de functie “RE-PEAK” is het mogelijk dat deze herkenning nogmaals wordt uitgevoerd. Zo kan niet alleen worden gecontroleerd, of de accu echt volledig opgeladen is, maar er kan ook worden gecontroleerd, hoe goed de accu reageert op de snellading.
e) Accu ontladen (“DISCHARGE”) Om deels geladen NiMH-/NiCd-accu's in een gedefinieerde uitgangstoestand te brengen, kunnen deze via dit ac- cuprogramma worden ontladen. In het bijzonder NiCd-accu's mogen niet in gedeeltelijk opgeladen toestand opnieuw opgeladen worden, omdat hierbij de capaciteit kan afnemen (memory-effect). Het accuprogramma kan ook worden gebruikt om de capaciteit van accu's te meten. De maximaal mogelijke ontlaadstroom is afhankelijk van accutype, de accucapaciteit en het aantal cellen.
f) Cyclusprogramma (“CYCLE”) Om accu's te testen, nieuwe accu's te formeren of oudere accu's te verversen, kunt u maximaal 5 cycli automatisch na elkaar uitvoeren. Zowel de combinatie “laden/ontladen” (“CHG>DCHG”) als “ontladen/laden” (“DCHG>CHG”) is mogelijk. Als laadstroom resp. ontlaadstroom worden dergelijke waarden gebruikt, die u in het laadprogramma (“CHARGE”) resp.
13. Loodaccu's (Pb) a) Algemeen Loodaccu's zijn een heel ander soort accu's dan lithium-, NiMH- of NiCd-accu's. Deze kunnen vergeleken met hun hoge capaciteit slechts een geringe stroom leveren en bovendien is het laadproces heel anders. De laadstroom voor moderne loodaccu's mag 0,4C niet overschrijden, optimaal voor alle loodaccu's is 1/10C. Een hogere laadstroom is niet toegestaan omdat de accu hierdoor overbelast raakt! Er bestaat niet alleen explosie- en brandgevaar, maar ook letselgevaar door het geïntegreerde zuur.
• Als de waarde voor de laadstroom moet worden veranderd, drukt u op de knop “ENTER/START”. De laadstroom knippert. Verander de laadstroom met de knoppen “INC.” en “DEC.”. Voor het snel instellen houd u de desbetref- fende knop langer ingedrukt. • Bevestig de ingestelde laadstroom met de knop “ENTER/START”.
• Als de waarde voor de ontlaadstroom moet worden veranderd, drukt u op de knop “ENTER/START”. De ontlaad- stroom knippert. Verander de ontlaadstroom met de knoppen “INC.” en “DEC.”. Voor het snel instellen houd u de desbetreffende knop langer ingedrukt. • Bevestig de ingestelde ontlaadstroom met de knop “ENTER/START”.
15. Accugegevens opslaan/laden De lader heeft 10 geheugenplekken waar u de meest gebruikte instellingen kunt opslaan. Zo kunt u bijvoorbeeld de gegevens (aantal cellen, laadproces, laadstroom) voor 3 verschillende Li-Po vliegaccu's opslaan zodat u het niet elke keer opnieuw hoeft in te stellen. a) Accugegevens opslaan • Selecteer in het hoofdmenu van de lader met de knoppen “INC.”...
Pagina 34
De volgende instelfuncties zijn mogelijk: Afhankelijk van het ingestelde accutype (LiPo, LiIo, LiFe, LiHV, NiMH, NiCd, Pb) staan er verschillende instelfuncties ter beschikking. Bij lithium-accu’s bestaan er bijvoorbeeld instelfuncties waarmee u de laadeindspanning per cel kunt instellen. Stel daarom altijd eerst het accutype in en pas daarna de andere gegevens, zodat de lader de passende instelfuncties kan aanbieden.
Pagina 35
Ontlaadeindspanning per cel DISCHG VOLTAGE 3,0V/CELL Hier kan de spanning per cel worden ingesteld, waarbij het ontlaadproces wordt beëindigd. Opgelet! Stel nooit een te lage spanning in. Bij lithium-accu's kan dit bijvoorbeeld een diepontlading veroorzaken en een permanente beschadiging van de accu veroorzaken! Houd rekening met de tabel in hoofdstuk 7 resp.
Vertragingstijd bij Delta-U-herkenning (alleen bij NiMH en NiCd) PEAK DELAY 1Min De lader beëindigt het laadproces van NiMH- resp. NiCd-accu’s volgens de Delta-U-methode. Stel hier in, hoe lang de lader na deze herkenning nog verder moet worden opgeladen. Instellingen opslaan SAVE PROGRAM ENTER Neem hiervoor het volgende hoofdstuk 15.
c) Accugegevens laden • Selecteer in het hoofdmenu van de lader met de knoppen “INC.” resp. BATT/PROGRAM “DEC.” de functie “BATT MEMORY”. BATT MEMORY • Bevestig de keuze met de knop “ENTER/START”. De geheugenplaats knip- pert. [ BATT MEMORY 1] • Kies met de knoppen "INC.”...
16. Spanningsweergave voor lithium-accu's De lader kan de actuele spanningen van de cellen van een lithium-accu (LiPo, LiIon, LiFe, LiHV) weergeven. Hiervoor moet de lithium-accu een balancer-aansluiting bezitten, die aan een overeenkomstige aansluiting van de lader wordt aangesloten. Ga als volgt te werk: • Selecteer in het hoofdmenu van de lader met de knoppen “INC.”...
17. Meting van de inwendige weerstand De lader kan de inwendige weerstand van de aangesloten accu weergeven. Bij meercellige lithium-accu's is dit zelfs voor elke cel apart mogelijk, voor zover de accu een balancer-stekker bezit, die met de lader verbonden is. Ga als volgt te werk: • Selecteer in het hoofdmenu van de lader met de knoppen “INC.”...
19. Systeeminstellingen In de systeeminstellingen van de lader zijn diverse basisinstellingen samengevat. Bij levering zijn deze met de meest gangbare waarden geprogrammeerd. Afhankelijk van de accu's die u wilt laden of ontladen, zijn echter bepaalde wijzigingen van de waarden zinvol. Ga als volgt te werk: • Selecteer in het hoofdmenu van de lader met de knoppen “INC.”...
Pagina 41
Veiligheidstimer Safety Timer 120Min Wanneer een laadproces start, start ook de interne veiligheidstimer. Wanneer de lader om een of andere reden niet kan vaststellen of de accu volledig is geladen (bijv. bij de Delta-U-herkenning), dan wordt bij een geactiveerde veiligheidstimer het laadproces na afloop van de hier ingestelde tijd automatisch beëindigd. Dit beschermt de accu tegen overlading.
Pagina 42
De meeteenheid kiezen Temperature Unit Celsius Voor de weergave van de temperaturen van interne en externe sensor kunt u tussen “Celsius” (°C, graden Celsius) en “Fahrenheit” (°F, graden Fahrenheit) omschakelen. Weergave van de accu- en ladertemperatuur Ext.Temp: ---- Int.Temp: 28 C In deze functie kunt u de externe accutemperatuur en de interne temperatuur van de lader laten weergeven.
Pagina 43
Knopbevestigings-/waarschuwingsgeluiden in-/uitschakelen Key Beep Buzzer Met de functie “Key Beep” wordt het bevestigingsgeluid bij iedere druk op de knop ingeschakeld (“ON”) resp. uitge- schakeld (“OFF”). Via de functie “Buzzer” kunt u het geluidssignaal bij diverse functies/waarschuwingsberichten inschakelen (“ON”) resp. uitschakelen (“OFF”). Versie van de firmware weergeven Versie HW:1.00 FW:2.00...
20. Waarschuwingen op het display REVERSE POLARITY De polariteit van de accuaansluitingen is omgedraaid. CONNECTION BREAK De verbinding met de accu is onderbroken, bijv. wanneer de accu tijdens het laadproces is losgekoppeld. CONNECT ERROR De accu werd verkeerdom aangesloten. CHECK MAIN PORT BALANCE CONNECT De balancer-aansluiting van de accu is verkeerd of verkeerdom aangesloten.
21. Informatie van de lader Tijdens een laad-/ontlaadproces kunt u door meervoudig drukken op de knop “DEC.” diverse informatie laten weer- geven op het display. Als er gedurende enkele seconden geen knop wordt gedrukt, gaat de lader weer terug naar de normale weergave.
22. Onderhoud en reiniging Het product is onderhoudsvrij en mag absoluut niet worden geopend. Het product mag uitsluitend door een vakman of een reparatiedienst gerepareerd en onderhouden worden. Voor het reinigen dient een eventueel aangesloten accu te worden losgekoppeld van de lader. Koppel vervolgens de lader los van de spannings-/stroomvoorziening.
24. Technische gegevens Bedrijfsspanning .......... 11 - 18 V/DC Laad-/ontlaadkanalen ........1 Laadstroom ..........0,1 - 6,0 A (afhankelijk van het aantal cellen en het accutype) Laadvermogen ..........max. 60 W Ontlaadstroom ..........0,1 - 2,0 A (afhankelijk van het aantal cellen en het accutype) Ontlaadvermogen ........
Pagina 48
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Copyright 2019 by Conrad Electronic SE.