INHOUDSOPGAVE Pagina Inleiding ................................4 Verklaring van symbolen ............................4 Voorgeschreven gebruik ............................5 Leveringsomvang ..............................6 Veiligheidsvoorschriften ............................7 a) Algemeen ............................... 7 b) Stroomkabel/netspanning ..........................8 c) Opstelplaats ..............................8 d) Gebruik ................................9 Accuvoorschriften ..............................11 a) Algemeen ..............................11 b) Extra informatie over lithium-accu’s ......................
Pagina 3
Pagina 13. Loodaccu’s (PB) ..............................31 a) Algemeen ..............................31 b) Accu laden (“CHARGE”) ..........................31 c) Accu ontladen (“DISCHARGE”) ........................32 14. Accugegevens opslaan/laden ..........................34 a) Accugegevens selecteren/instellen ......................34 b) Accugegevens opslaan ..........................37 c) Accugegevens opladen ..........................38 15.
1. INLEIDING Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van een Voltcraft -product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in ® huis gehaald. Voltcraft - Deze naam staat op het gebied van meettechniek, laadtechniek en voedingsspanning voor onovertroffen ®...
3. VOORGESCHREVEN GEBRUIK Het laadapparaat dient voor het op- en ontladen van accu’s van het type NiMH/NiCd (1 - 15 cellen), LiPo/LiIon/LiFe (1 - 6 cellen) en voor loodaccu’s (1 - 10 cellen, 2 V - 20 V). De laadstroom kan tussen 0,1 A en 7,0 A worden ingesteld (afhankelijk van het aantal cellen/de accuspanning). Het maximale laadvermogen bedraagt 50 W.
4. LEVERINGSOMVANG • Multifunctionele oplader “V-Charge 50” • Stroomkabel • Laadsnoer met T-stekker • Gebruiksaanwijzing Actuele gebruiksaanwijzingen: 1. Open de webpagina www.conrad.com/downloads in uw browser of scan de rechts afgebeelde QR-code. 2. Kies het documenttype en de taal en voer dan het overeenkomstige bestelnummer in het zoekveld in.
5. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Lees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door; deze bevat belangrijke aanwij- zingen voor het juiste gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële of persoonlijke schade, die door ondeskundig gebruik of niet inachtname van de veiligheidsvoorschriften veroorzaakt worden zijn wij niet aansprakelijk! In zulke gevallen vervalt de garantie.
b) Stroomkabel/netspanning • De opbouw van het product komt overeen met beschermklasse I. Bij gebruik van een laadapparaat via het netsnoer mag alleen een standaard contactdoos met randaarding worden gebruikt. • De contactdoos waarmee het netsnoer wordt verbonden, moet makkelijk toegankelijk zijn. •...
• Zet geen voorwerpen met vloeistoffen, vazen of planten op of naast het laadapparaat/netsnoer. Wanneer deze vloeistoffen in het laadapparaat (of in de steekverbindingen van het netsnoer) raken, wordt het laadapparaat vernietigd en bestaat er bovendien groot levensgevaar voor elektrische slag of brand.
Pagina 10
• Gebruik het apparaat nooit direct wanneer dit van een koude in een warme ruimte is gebracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen of storingen veroorzaken! Verbind het product niet onmiddellijk met een contactdoos, maar laat het eerst op kamertemperatuur komen voor u het in bedrijf neemt.
6. ACCUVOORSCHRIFTEN Het gebruik van accu´s is vandaag de dag weliswaar vanzelfsprekend, maar er bestaan toch tal van gevaren en problemen. Vooral bij LiPo-/LiIon-/LiFe-accu´s met hun hoge energie-inhoud (in vergelijking met gewone NiCd of NiMH accu´s) moeten er verschillende voorschriften in acht worden genomen aangezien er anders explosie- en brandgevaar bestaat.
• Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt (bijv. bij opslag), dient u een eventueel aangesloten accu van het laadapparaat te verwijderen en koppel het laadsysteem los van de spannings-/stroomver- zorging. Het laadapparaat beschikt niet over een netschakelaar. Wanneer u het laadapparaat via het netsnoer gebruikt, trekt u de stekker uit de contactdoos wanneer u het laadapparaat niet meer nodig hebt.
Pagina 13
• Indien de accu beschadigingen vertoont (bijv. na het neerstorten van een modelvliegtuig of modelhe- likopter) of als het omhulsel uitgezet is of bol staat, mag de accu niet meer worden gebruikt. Laad de accu niet meer op. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Pak de accu slechts voorzichtig beet en gebruik eventueel beschermende handschoenen.
8. BEDIENINGSELEMENTEN 1 Verlicht scherm 2 Toets “BATT. TYPE/STOP” om een menu te verlaten of het opladen te stoppen 3 Toets “DEC” voor de invoer van waarden (waarde verminderen), menukeuze (terug) en het weergeven van diverse gegevens tijdens het laden/ontladen 4 Toets “INC”...
Na aansluiting aan de spannings-/stroomverzorging schakelt het laadap- VOLTCRAFT paraat automatisch in. Het scherm licht op, de startmelding (zie afbeelding V-CHARGE 50 rechts) verschijnt en het laadapparaat geeft een kort geluidssignaal weer. Het laadapparaat bevindt zich vervolgens in het hoofdmenu.
b) Accu aan het laadapparaat aansluiten Neem de volgende punten in acht voordat u een accu aansluit of laadt/ontlaadt: • Indien u dit nog niet hebt gedaan, moet u eerst hoofdstuk 5, 6 en 7 geheel en zorgvuldig doorlezen. • Weet u precies welke gegevens uw accu heeft? Onbekende of niet-bedrukte accu’s waarvan de waar- de niet bekend is, mogen niet worden aangesloten/geladen/ontladen! •...
Pagina 18
Werkwijze bij het aansluiten van een accupack aan het laadapparaat: 1. Verbind eerst de laadkabel met beide ronde bussen van 4 mm van laaduitgang. Let daarbij op de juiste polariteit (plus/+ = rode kabel, min/- = zwarte kabel). De laadkabel mag nog niet met de accu zijn verbonden! Hierbij kan het tot kortsluiting van de stekkers van de laadkabel komen, er bestaat brand- en explosiegevaar! 2.
c) Algemene informatie i.v.m. de bediening van de menu’s Een overzicht van de menustructuur vindt u in het volgend hoofdstuk. • Selecteer in het hoofdmenu, zoals beschreven, met de toets “INC” of “DEC” het gewenste submenu en bevestig de keuze met de toets “START/ENTER”. •...
11. LITHIUM-ACCU’S (LIPO, LIION, LIFE) a) Algemeen De accuprograma’s voor LiPo-, Lilon- en LiFe-accu’s verschillen alleen in de spanningen en de toegelaten laad- stroom, zie tabel in hoofdstuk 7. Bij het opladen van een lithium-accu zijn er twee van elkaar verschillende fasen. Eerst wordt de accu met constante stroom opgeladen.
b) Accu zonder Balancer-aansluiting opladen (“CHARGE”) Uiteraard kunt u ook meercellige Lithium-accu’s met balanceraansluiting met het accuprogramma “CHARGE” opladen. Hierbij volgt echter geen synchronisering van de afzonderlijke celspanningen zodat het tot een overladen van een of meerdere cellen kan komen. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Laad daarom meercellige lithium-accu’s met balanceraansluiting altijd met het accuprogramma “BALANCE”...
Indien deze beide aantallen niet overeenkomen, controleer dan zowel de instellingen van het laadappa- raat als de accu. Het kan zijn dat de accu diepontladen is of dat een cel defect is. Dergelijke accu’s moet u niet opladen aangezien hierbij brand- en explosiegevaar bestaat! Met de toets “BATT.
Pagina 24
Als een lithium-accu met balancerstekker aan het laadapparaat is 3.90 3.92 3.89 V aangesloten, kunt u door op de toets “INC” te drukken omschakelen 0.00 0.00 0.00 V naar de weergave van de spanning van de individuele cellen, zie afbeelding rechts. Druk kort op de toets “START/ENTER”...
d) Snelladen (“FAST CHG”) Bij het laden van een lithium-accu wordt de laadstroom door de gebruikte laadprocedure altijd minder, hoe voller de accu (wanneer de accu zijn maximale laadspanning heeft bereikt en het laadapparaat van constante stroom naar de constante spanningslaadprocedure omschakelt). Daardoor neemt natuurlijk ook de oplaadtijd toe. Bij het snel opladen wordt een hogere laadstroom bereikt.
12. NIMH- EN NICD-ACCU’S a) Algemeen De accuprogramma voor NiMH- en NiCd-accu’s verschillen in principe alleen in de intern gebruikte laadprocedure. De instellingen in de menu’s zijn gelijk. Het laadapparaat moet zich in het hoofdmenu bevinden. Kies hier met de toetsen “INC” of “DEC” het bij de te gebruiken accu passen- PROGRAM SELECT de accutype, zie afbeeldingen rechts.
• Wanneer de waarde voor de laadstroom gewijzigd moet worden, drukt u op de toets “START/ENTER”. De laadstroom knippert. Verander de laadstroom met de toetsen “INC” of “DEC”. Voor een snelle instelling dient u de betreffende toets langer ingedrukt te houden. De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal.
d) Accu nogmaals heropladen (“RE-PEAK”) Het laadapparaat beëindigt bij NiMH- en NiCd-accu’s het opladen automatisch wanneer de accu vol is. De herken- ning wanneer de accu volledig is opgeladen wordt op basis van de Delta-U-methode uitgevoerd. Met behulp van het accuprogramma “RE-PEAK” is het mogelijk dat deze herkenning nogmaals wordt uitgevoerd. Zo kan niet alleen worden verzekerd dat de accu werkelijk volledig is opgeladen, maar kan ook worden gecontroleerd hoe goed de accu de snellading verdraagt.
e) Accu ontladen (“DISCHARGE”) Dit accuprogramma kan worden gebruikt om deels geladen NiMH-/NiCd-accu’s in een gedefinieerde uitgangstoe- stand te brengen of om een meting van de accucapaciteit uit te voeren. Speciale NiCd-accu’s mogen niet in deels opgeladen toestand opnieuw worden opgeladen aangezien de capaciteit hierbij kan verlagen (Memory-effect).
f) Cyclusprogramma (“CYCLE”) Om accu’s te testen, nieuwe accu’s te formatteren of oudere accu’s op te frissen, kunt u tot 5 cycli automatisch na elkaar uitvoeren. Zowel de combinatie “Laden/ontladen” (“CHG>DCHG”) als “Ontladen/laden” (“DCHG>CHG”) is mogelijk. Als laad- of ontlaadstroom worden de waarden gebruikt die u in het laadprogramma (“CHARGE”) of ontlaadprogramma (“DISCHARGE”) hebt ingesteld.
13. LOODACCU’S (PB) a) Algemeen Loodaccu’s zijn een heel ander soort accu’s dan lithium-, NiMH- of NiCd-accu’s. Deze kunnen vergeleken met hun hoge capaciteit slechts een geringe stroom leveren en bovendien is het laadproces heel anders. De laadstroom voor moderne loodaccu’s mag niet hoger zijn dan 0,4C, optimaal voor alle loodaccu’s is 1/10C. Een hogere laadstroom is niet toegestaan omdat de accu hierdoor overbelast raakt! Er bestaat niet alleen explosie- en brandgevaar, maar ook verwondingsgevaar door de bevatten zuren.
De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal. Het max. laadvermo- gen bedraagt 50 W, waardoor de werkelijke laadstroom later evt. vermindert. • Bevestig de ingestelde laadstroom met de toets “START/ENTER”. • Het aantal cellen rechtsonder op het scherm knippert. Stel het aantal cellen met de toetsen “INC” of “DEC” in. Voor een snelle instelling dient u de betreffende toets langer ingedrukt te houden.
Pagina 33
• Verander de ontlaadstroom met de toetsen “INC” of “DEC”. Voor een snelle instelling dient u de betreffende toets langer ingedrukt te houden. Druk kort op de toets “START/ENTER” om de ingestelde ontlaadstroom te bevestigen. • Wanneer er geen enkele weergave meer knippert, houdt u de toets “START/ENTER” langer ingedrukt (ong. 3 seconden) om het ontladen te starten.
14. ACCUGEGEVENS OPSLAAN/LADEN Het laadapparaat beschikt over in totaal 10 geheugens waarin u accugegevens/instellingen kunt opslaan. Deze kunnen indien nodig opnieuw worden opgeladen. a) Accugegevens selecteren/instellen • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de toetsen “INC” of PROGRAM SELECT “DEC”...
Pagina 35
De volgende instelfuncties zijn beschikbaar: Afhankelijk van het ingestelde accutype (LiPo, Lilo, LiFe, NiMH, NiCd, Pb) zijn verschillende instelfuncties beschikbaar. Bijvoorbeeld is er bij lithium-accu’s een instelfunctie voor de laadsluitspanning per cel. Stel daarom altijd eerst het accutype in en pas daarna de andere gegevens zodat het laadapparaat de bij het accutype passende instelfuncties kan aanbieden.
Pagina 36
Ontlaadsluitspanning per cel DSCH VOLTAGE 3.0V/CELL Hier kan de spanning per cel worden ingesteld waarbij het ontladen wordt beëindigd. Let op! Stel nooit een te lage spanning in. Bij lithium-accu’s kan dit bijvoorbeeld tot een diepontlading en perma- nente beschadiging van de accu leiden! Neem de tabel in hoofdstuk 7 of de speciale informatie van de accufabrikant in acht.
Vertragingstijd bij Delta-U-herkenning (alleen bij NiMH en NiCd) PEAK DELAY 1Min Het laadapparaat beëindigt het opladen van NiMH- of NiCd-accu’s in overeenstemming met de Delta-U-methode. Stel hier in hoe lang het laadapparaat na deze herkenning nog moet worden verder opgeladen. Spanning voor Delta-U-herkenning (alleen bij NiMH) DELTA PEAK SENSE 4mV/C...
c) Accugegevens opladen • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de toetsen “INC” of PROGRAM SELECT “DEC” de functie “BATT MEMORY”. BATT MEMORY • Bevestig de keuze met de toets “START/ENTER”. Het geheugennummer knippert. [ BATT MEMORY 1] •...
15. SPANNINGSINDICATOR VOOR LITHIUM-ACCU’S Het laadapparaat an de huidige spanningen van de cellen van een lithium-accu weergeven. Hiervoor moet de lithium-accu over een balanceraansluiting beschikken die aan het laadapparaat moet zijn aangesloten. Ga als volgt te werk: • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de toetsen “INC” of PROGRAM SELECT “DEC”...
16. SYSTEEMINSTELLINGEN In de systeeminstellingen van het laadapparaat zijn diverse basisinstellingen samengevat. In de leveringstoestand zijn deze van meest voorkomende waarden voorzien. Afhankelijk van de accu’s die u wilt laden of ontladen, zijn echter bepaalde wijzigingen van de waarden zinvol. Ga als volgt te werk: •...
Pagina 41
Bereken de tijd voor de veiligheidstimer als volgt: Voorbeelden: Accucapaciteit Laadstroom Timertijd 2000 mAh 2,0 A 2000 / 2,0 = 1000 / 11,9 = 84 minuten 3300 mAh 3,0 A 3300 / 3,0 = 1100 / 11,9 = 92 minuten 1000 mAh 1,2 A 1000 / 1,2 = 833 / 11,9 = 70 minuten...
Pagina 42
Weergave van de accu- en laadapparaattemperatuur Ext.Temp Int.Temp In deze functie kunt u de externe accutemperatuur en de interne temperatuur van het laadapparaat laten weerge- ven. De externe temperatuur kan alleen worden weergegeven wanneer aan het laadapparaat is aangesloten (niet inbegrepen, maar als accessoire verkrijgbaar).
17. WAARSCHUWINGEN OP HET DISPLAY REVERSE POLARITY De polariteit van de accuaansluitingen is omgedraaid. De verbinding met de accu is onderbroken, vb. wanneer de accu CONNECTION BREAK tijdens het laadproces is losgekoppeld. CONNECT ERROR De polen van de accu werden verkeerd aangesloten. CHCK MAIN PORT De balanceraansluiting van de accu werd verkeerd aangesloten of de BALANCE CONNECT...
18. INFORMATIE VAN HET LAADAPPARAAT Tijdens het laad-/ontlaadproces kunt u door meerdere keren op de toets “DEC” te drukken, diverse gegevens op het scherm weergeven. Als er gedurende enkele seconden op geen enkele toets wordt gedrukt, keert het laadapparaat terug naar de normale weergave. Welke informatie kan worden weergegeven, is afhankelijk van het aangesloten accutype.
19. ONDERHOUD EN REINIGING Het apparaat is nagenoeg onderhoudsvrij en mag absoluut niet worden geopend. Laat het apparaat uitsluitend door een deskundige of elektrotechnisch bedrijf repareren; anders bestaat het gevaar dat het product defect raakt en bovendien vervalt hierdoor de goedkeuring (CE) en de garantie. Voor een reiniging moet een evt.
21. TECHNISCHE GEGEVENS Bedrijfsspanning ........Netspanningsuitgang: 100 - 240 V/AC, 50/60 Hz (max. 1,0 A) Gelijkspanningsingang: 11 - 18 V/DC (max. 6,5 A) Gebruik nooit beide ingangen tegelijkertijd. Hierdoor kan het laadapparaat beschadigd worden. Verlies van waarborg/garantie! Laad-/ontlaadkanalen ......1 Uitgangsspanning ........max. 25,2 V (aan de laadbussen) Laadstroom ..........0,1 - 7,0 A (afhankelijk van het cellenaantal en accutype) Laadvermogen .........max.
Pagina 48
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microver- filming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgev- er.