Oplossing 4: Controleer of het apparaat als standaardprinter is ingesteld
Oplossing: Controleer of het apparaat als standaardprinter is ingesteld en of het
de juiste printerdriver gebruikt.
Controleren of het apparaat als de standaardprinter is ingesteld
1.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
•
Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
•
Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
2.
Controleer of het juiste apparaat als de standaardprinter is ingesteld.
Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte cirkel.
3.
Als het foute apparaat als standaarprinter is ingesteld, klikt u met de rechter
muisknop op het juiste apparaat en selecteert u Instellen als standaard.
Het printerstuurprogramma controleren
1.
Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te
werk:
•
Windows Vista: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers.
•
Windows XP: Klik op de taakbalk van Windows op Start, klik op
Configuratiescherm en klik op Printers en faxapparaten.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram naast het apparaat en selecteer
Eigenschappen.
3.
Klik op het tabblad Poorten om te controleren of het apparaat de juiste poort
gebruikt.
De poort die door het apparaat wordt gebruikt, is gemarkeerd en aangevinkt. Het
apparaat moet zijn ingesteld op het gebruik van een DOT4-poort of de USB00X-
poort (waarbij X wordt vervangen door een nummer).
4.
Als het apparaat de verkeerde poort gebruikt, klikt u op de juiste poort om ze te
selecteren.
De poort die op dit ogenblik door het apparaat wordt gebruikt, is gemarkeerd en
aangevinkt.
5.
Klik op het tabblad Geavanceerd.
6.
Controleer het stuurprogramma weergegeven in het vervolgkeuzemenu
Stuurprogramma om te controleren of het apparaat het juiste stuurprogramma
gebruikt.
De naam van uw apparaat moet zijn weergegeven als het stuurprogramma.
7.
Als het verkeerde stuurprogramma is geselecteerd, selecteert u het juiste
stuurprogramma in het vervolgkeuzemenu Stuurprogramma.
8.
Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Oorzaak: Het apparaat was niet ingesteld als standaard printer, of de verkeerde
driver kan zijn geconfigureerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Fouten
191