Hoofdstuk 13
•
Oplossing 2: papier in de invoerlade plaatsen
•
Oplossing 3: Selecteer de juiste printer.
•
Oplossing 4: Controleer de printerstatus
•
Oplossing 5: Wacht tot het toestel de huidige bewerking heeft voltooid.
•
Oplossing 6: Verwijder alle geannuleerde afdruktaken uit de wachtrij
•
Oplossing 7: verhelp de papierstoring
•
Oplossing 8: controleer of de wagen met de printcartridges vrij kan bewegen
•
Oplossing 9: controleer de verbinding van de printer met de computer
•
Oplossing 10: reset het apparaat
Oplossing 1: Schakel het apparaat in
Oplossing: Bekijk het lampje Aan op het apparaat. Als dit niet oplicht, is het
apparaat uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is aangesloten op de printer en
in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: papier in de invoerlade plaatsen
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade.
Zie voor meer informatie:
"Papier met volledig formaat of fotopapier met een klein formaat plaatsen"
op pagina 37
Oorzaak: Er was geen papier meer in het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Selecteer de juiste printer.
Oplossing: Controleer of u de juiste printer in uw softwaretoepassing hebt
geselecteerd.
Tip
dat de printer automatisch wordt geselecteerd wanneer u Afdrukken selecteert
in het menu Bestand van de verschillende softwaretoepassingen.
Oorzaak: Het apparaat was niet de geselecteerde printer.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
138
Probleemoplossing
U kunt het apparaat instellen als de standaardprinter om ervoor te zorgen