Download Print deze pagina

Renault MASTER 2023 Handleiding pagina 65

Advertenties

KINDERVEILIGHEID
Zet de hoofdsteun van de stoel steeds
volledig omhoog zodat deze het
kinderzitje niet hindert �� 38.
Als het kinderzitje is geïnstalleerd en
als dit mogelijk is, verplaatst u de
autostoel indien nodig naar voren
(voor de nodige ruimte op de achterste
zitplaatsen voor de passagiers of
andere kinderzitjes). Een kinderzitje
dat achterstevoren staat, mag het
dashboard niet raken en mag niet
maximaal naar voren worden
geschoven.
Wijzig de andere afstellingen niet meer
na het installeren van het kinderzitje.
Zitplaats achterin
Een reiswieg wordt dwars in de auto
geïnstalleerd en neemt ten minste
twee zitplaatsen in beslag. Plaats het
hoofd van het kind richting de
binnenkant van de auto.
Om een kinderzitje achterstevoren te
installeren, zet u de voorstoel van de
auto zo ver mogelijk naar voren. Zet
daarna de voorstoel zo ver mogelijk
terug zonder dat deze tegen het
kinderzitje komt.
Voor de veiligheid van het vooruit
geplaatste kind:
– Zet de stoel vóór het kind niet verder
naar achteren dan tot halverwege de
stelrails.
– Kantel de rugleuning niet te ver
(maximaal 25°) en plaats de zitting zo
hoog mogelijk.
Verwijder in ieder geval de hoofdsteun
van de stoel achter waarop het
kinderzitje is geplaatst �� 38. Dit moet
gebeuren voordat u het kinderzitje
plaatst.
Controleer of het vooruit geplaatste
kinderzitje goed tegen de rugleuning
van de stoel van de auto rust.
Een kinderzitje met een
vloersteun mag nooit
worden geïnstalleerd op
de middelste zitplaats
achterin.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR
VAN ERNSTIG LETSEL.
Bevestiging van de
stoelverhoger (groep 2
of 3)
Controleer de werking
van de veiligheidsgordel (rol de
gordel op) �� 57
Stel de veiligheidsgordel als volgt
af:
– plaats de schouderriem op de
schouder van het kind zonder dat
deze de nek raakt;
– plaats de heupgordel zo dat
deze plat op de dijen en tegen het
bekken ligt.
Pas indien nodig de stand van de
autostoel aan.
K e n u w a u t o - 6 3
2

Advertenties

loading