ACHTERBANKEN
Inbouwen van de bank
Plaats de achterbanken
altijd op de
oorspronkelijke
verankeringspunten.
Het is verboden om tijdens het
rijden de bank "achterstevoren" te
gebruiken.
Controleer bij het
bewegen van de
achterbank, of de
verankeringspunten
schoon zijn (zij moeten vrij zijn
van steentjes, doeken of enig
ander onderdeel dat het
vergrendelen van de bank zou
kunnen hinderen).
Voer deze aanpassingen
uitsluitend uit als de auto
stilstaat.
– Plaats de geleiders 4 naar achteren
ten opzichte van de
verankeringspunten op de rails;
– schuif de bank naar voren.
De bank wordt automatisch
vergrendeld.
Controleer of de rode nokjes 3 niet
meer zichtbaar zijn.
De banken van rij 2 en 3
zijn niet verwisselbaar;
gebruik niet te veel kracht
bij het terugplaatsen.
Risico van beschadiging.
Beperking voor het gebruik
U w c o m f o r t - 2 7 3
4