AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Werkzaamheden
Er zijn vijf mogelijke combinaties voor
luchtverdeling, die kunnen worden
geselecteerd door respectievelijk op
toets 6 en 8 te drukken. De pijlen op
de display 4 geven de selectie aan:
De lucht wordt naar de voorruit
en de roosters aan de zijkanten van
het dashboard geleid.
De lucht wordt naar de
ontwasemingsroosters onder de
voorruit, de zijruiten en naar de
voetenruimtes geleid.
De lucht wordt hoofdzakelijk
naar de ventilatieroosters in het
dashboard geleid.
De lucht wordt naar alle
ventilatieroosters en de voetenruimtes
geleid.
De lucht wordt vooral naar de
voetenruimtes gevoerd.
Als u de automatische
werking van de
luchtverdeling uitschakelt,
dooft het controlelampje op de
display 4 (automatische werking),
maar alleen de luchtverdeling
wordt niet meer automatisch
gecontroleerd door het systeem.
Als u opnieuw op de toets 3
drukt, wordt de automatische
modus weer ingeschakeld.
4
U w c o m f o r t - 2 5 1