Advertenties
VERWARMING, HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
Door langdurig gebruik van
deze stand kunnen de
zijruiten en de voorruit
beslaan en kan de luchtkwaliteit
in het interieur verslechteren door
het gebrek aan luchtverversing.
Druk daarom weer op de toets B
4
om de toevoer van buitenlucht te
herstellen zodra de
omstandigheden dat toelaten.
Regeling van de
ventilateursnelheid
Draai de knop A van 0 naar 4.
De ventilatie in de auto is "geforceerd".
De ventilateur bepaalt hoeveel lucht er
naar binnen stroomt. De rijsnelheid
van de auto heeft daar een minimale
invloed op.
Hoe verder u de knop rechtsom draait,
hoe meer lucht er wordt verplaatst.
Opmerking: om goed te
ontwasemen draait u knop A naar
stand 4.
Inen uitschakelen van de
airconditioning
(afhankelijk van de auto)
2 4 4 - U w c o m f o r t
Druk op de toets D om de
airconditioning in te schakelen
(controlelampje aan) of uit te
schakelen(controlelampje uit).
Door het inschakelen van de
airconditioning:
– gaat de temperatuur in het interieur
omlaag;
– ontwasemen de ruiten sneller.
Opmerking: de airconditioning
werkt niet als de buitentemperatuur
laag is of de ventilatiesnelheid lager
is dan 1.
Advertenties
