ACCU:
Starten met starthulpkabels
Zorg ervoor dat er geen
contact is tussen kabels
A en B en dat positieve
kabel A niet in contact
komt met een metalen onderdeel
in het voertuig dat de stroom
levert.
Risico van letsel en/of
beschadiging van de auto.
Als u voor het starten de accu van een
andere auto moet gebruiken, koop dan
de startkabels (met groot oppervlak) bij
een merkdealer of controleer, als u
reeds startkabels heeft, of deze in
goede staat verkeren.
Beide accu's moeten dezelfde
spanning hebben: 12 volt. De
hulpaccu moet minstens de capaciteit
(ampère-uur, Ah) hebben van de
ontladen accu.
Zorg dat er geen enkel contact is
tussen de twee auto's
(kortsluitingsgevaar bij verbinding
tussen de pluspolen). Zet het contact
af van uw auto.
Sluit positieve kabel aan (+) A op de
terminal 3 en vervolgens op de
terminal (+) 2 van de accu die de
stroom levert.
Sluit negatieve kabel aan (–) B op de
terminal (–) 1 van de accu die de
stroom levert, en vervolgens op de
aarde (–) 4 .
Start de motor van de hulpauto en laat
deze met een middelmatig toerental
draaien.
P r a k t i s c h e t i p s - 3 2 9
6