HANDREM
Tijdens het rijden moet
de handrem helemaal
vrij gezet zijn (rood
waarschuwingslampje
3
uit), risico van oververhitting of
beschadiging.
Als de auto stilstaat kan
het, afhankelijk van de
helling of de belading
van de auto, nodig zijn
om ten minste twee extra tanden
vaster te zetten en een
versnelling in te schakelen (1
achteruitversnelling).
1 8 4 - R i j d e n
Bij een botsing tegen de
onderkant van de auto
(bijvoorbeeld: contact
met een paaltje, een
stoeprand of ander
stadsmeubilair) kunt u de auto
beschadigen (bijvoorbeeld:
vervorming van een as).
Om ieder risico van een ongeluk
te voorkomen, moet u uw auto
door een merkdealer laten
controleren.
handrem
e
of
Vastzetten
Trek de hendel 1 omhoog. Controleer
of de auto blijft stilstaan. Het
waarschuwingslampje
instrumentenpaneel.
Vrij zetten
Trek de hendel 1 iets omhoog waarna
u de knop 2 indrukt en de hendel
omlaag duwt. Het
waarschuwingslampje
van het instrumentenpaneel.
Wegklapbare handrem
(afhankelijk van de auto)
op het
verdwijnt