AUTOGORDELS ACHTER
Controleer of de
autogordels achterin nog
goed op hun plaats
zitten en goed werken
na elke verandering aan de
achterstoelen.
Een verkeerd afgestelde
of gedraaide autogordel
kan bij een ongeval
letsel veroorzaken.
Gebruik één autogordel per
persoon, kind of volwassene.
Zwangere vrouwen moeten ook
hun gordel dragen. Let in dit geval
op dat de heupgordel niet teveel
drukt op de onderbuik, zonder dat
te veel speling ontstaat.
Achtergordels met
oprolmechanisme 1
Vergrendelen
Trek de band van de gordel langzaam
en rustig over u heen en druk de gesp
2 in de sluiting 3 (controleer de
vergrendeling door aan de gesp 2 te
trekken).
Ontgrendelen
Druk op de rode de knop van de
sluiting 3 , de gordel wordt nu door het
oprolmechanisme teruggetrokken.
Geleid de gordel.
Heupgordels met handmatige
verstelling 5
De band van de heupgordel moet vlak
over de heupen langs het bekken
lopen.
De autogordel moet zo dicht mogelijk
tegen het lichaam gedragen worden.
Vermijd daarom te dikke kleding,
plaats geen voorwerpen onder de
gordel, enz.
Om de gordel strakker te zetten, trekt
u aan het vrije uiteinde 6 van de
gordel.
Om hem te verslappen, beweegt u de
stelgesp 4 zodat deze loodrecht op de
riem staat en drukt u op de gesp terwijl
u aan de heupgordel 5 trekt.
K e n u w a u t o - 4 7
2