SLEPEN
pechhulp
Het stuurwiel mag niet vergrendeld
zijn; de contactsleutel moet in " M "
stand (ontsteking aan) staan om
signalering mogelijk te maken
(remlichten, waarschuwingslichten
enz.). In het donker moet de auto
verlicht zijn.
Koppel een eventuele
aanhangwagen los.
Bovendien moeten in ieder land
geldende wettelijke voorschriften voor
het slepen in acht worden genomen en
mag het max. toegelaten
aanhangergewicht van de slepende
auto niet worden overschreden.
Ga naar een merkdealer.
Verwijder de
contactsleutel niet
tijdens het slepen.
Bij stilstaande motor
werken de stuuren
rembekrachtiging niet
meer.
Het slepen van een auto met
gerobotiseerde versnellingsbak
Als de versnellingsbak in een
versnelling vastzit:
– zet het contact aan;
– kies de neutraalstand met ingedrukt
rempedaal;
– controleer of de versnellingsbak in
neutraal staat (door de auto
bijvoorbeeld een beetje vooruit of
achteruit te duwen).
Als het niet lukt de versnellingsbak in
neutraal te zetten, moet de auto
weggesleept worden met beide
voorwielen van de grond.
Het slepen dient altijd met het
contact uit te gebeuren.
– Gebruik een starre
sleepstang. Indien u een
touw of kabel gebruikt bij
het slepen (als dit wettelijk
toegestaan is), moet de auto die
gesleept wordt nog kunnen
remmen.
– een auto die gesleept wordt,
moet te allen tijde bestuurbaar
zijn.
– Accelereer en rem gelijkmatig
en zonder schokken om te
voorkomen dat de auto
beschadigt.
– In elk geval is een maximale
snelheid van 25 km/u raadzaam.
Gebruik uitsluitend:
– Linksachter, het sleeppunt 1 .
– Aan de voorkant, het sleepoog 3
(in de gereedschapsset) en het
sleeppunt 2 .
P r a k t i s c h e t i p s - 3 3 7
6