SCHUIFDEUR
Aanbevelingen bij het
gebruik van de
schuifdeur.
Het openen of sluiten
van de schuifdeur moet, net als
het openen en sluiten van de
andere deuren, met de nodige
voorzichtigheid gebeuren.
– Let op dat geen mens,
lichaamsdeel, dier of voorwerp
gevaar loopt bij het bewegen van
het portier.
– Gebruik voor het open- en
dichtschuiven van de deur
uitsluitend de handgrepen aan de
binnen- en buitenkant van de
auto.
– Beweeg de deur voorzichtig,
zowel bij het openen als bij het
sluiten.
– Let op dat u, als de auto op een
helling staat, de schuifdeur
voorzichtig geheel open of dicht
schuift tot hij blokkeert.
– Controleer voordat u wegrijdt
altijd of de schuifdeur goed dicht
zit.
Uit
veiligheidsoverwegingen
mag u de deur alleen
openen of sluiten als de
auto stilstaat.
Openen van buitenaf
Ontgrendel het slot met de sleutel, of,
voor de auto's die hiermee uitgerust
zijn, gebruik de afstandsbediening.
Trek de handgreep 1 naar u toe en
schuif het portier naar achteren.
N.B.: de zender-ontvanger heeft geen
invloed op de schuifdeur (geen knop
op de portierhandgreep).
Openen van binnenuit
Trek de hendel 2 naar achteren en
open de schuifdeur tot hij blokkeert.
Sluiten van buitenaf
Trek aan de portierhandgreep 1 en
laat de deur naar de voorkant van de
auto schuiven tot de deur helemaal
gesloten is. Vergrendel het slot met de
sleutel of met de afstandsbediening.
Sluiten van binnenuit
Trek de portierhandgreep 2 naar voren
en sluit de deur tot hij vastklikt.
K e n u w a u t o - 3 3
2