STUURWIEL/STUURBEKRACHTIGING
Zet nooit de motor af
2
tijdens het rijden: bij
uitgeschakelde motor is
er geen bekrachtiging.
Voer, om
veiligheidsredenen, deze
afstellingen uitsluitend
uit als de auto stilstaat.
Afstellen van het
stuurwielhoogte
1 2 2 - K e n u w a u t o
Trek aan de hendel 1 en zet het
stuurwiel in de gewenste stand.
Duw daarna de hendel geheel terug en
voorbij het zware punt om het
stuurwiel te blokkeren.
Controleer of het stuurwiel goed is
vergrendeld.
Stuurbekrachtiging
Snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging
De snelheidsafhankelijke
stuurbekrachtiging past de mate van
bekrachtiging automatisch aan de
snelheid waarmee u rijdt aan.
Bij het parkeren is er veel
bekrachtiging (voor meer comfort) en
met het toenemen van de snelheid
vermindert de bekrachtiging (voor een
grotere veiligheid bij snel rijden).
Bijzonder kenmerk van de Stop and
Start
Wanneer de motor op stand-by wordt
gezet, werkt de stuurbekrachtiging
niet. In dit geval wordt de
stuurbekrachtiging opnieuw
ingeschakeld wanneer de motor
opnieuw wordt gestart of de snelheid
hoger wordt dan ongeveer 1 km/u
(afdaling, helling enz.).
Laat het stuurwiel niet in
een uiterste stand gedraaid
staan als de auto stil staat.
Bij stilstaande motor of bij
een storing in het systeem
blijft het mogelijk het
stuurwiel te draaien. Er moet
meer kracht gezet worden.