ACHTERUITRIJCAMERA
Voor auto's met een Stop and Start ,
blijft de display actief wanneer de
motor op stand-by 169staat.
Uitschakelen van de functie
De display schakelt uit:
– tot ongeveer tien seconden nadat de
achteruitversnelling is ingeschakeld;
– na 30 seconden nadat het contact is
uitgeschakeld.
Afstellen van de display
Toegang tot de helderheidsmodi
Druk meermaals op de knop 6 om een
van de vier vooraf ingestelde
helderheidsmodi te selecteren:
– dagmodus;
– tussenmodus;
– nachtmodus;
– zwartmodus: hiermee schort u de
display op. Het scherm 2 toont een
zwart beeld met het bericht "OFF".
Druk nogmaals op de knop 6 om deze
modus te verlaten en terug te gaan
naar de eerste helderheidsmodus
(dagmodus).
Helderheidsmodus aanpassen
Elke keer dat het voertuig
wordt gestart, keert de
functie terug naar de
instellingen die zijn opgeslagen bij
de laatste motorstop.
Nadat de modus is geselecteerd, drukt
u zo vaak als nodig op de knop 5 tot u
bij het type instelling bent dat u wilt
wijzigen.
– de helderheid;
– contrast;
– kleur
– Reset: reset naar de
fabrieksinstellingen.
Druk op de knop 3 (+) of 4 (-) om het
geluidsvolume te wijzigen.
Opmerking : u kunt alleen de eerste
drie modi (dag-, tussen- en
nachtmodus) instellen.
Storingen
Als het systeem een storing ontdekt,
licht het waarschuwingslampje B op
het scherm 2 tijdelijk op.
Dit kan veroorzaakt zijn door een
tijdelijke storing die van invloed is op
de camera of het scherm (helderheid,
vaste beeld, vertraging gesprek enz.).
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, moet u een erkende dealer
raadplegen.
3
R i j d e n - 1 8 7