AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Werkzaamheden
Normaal schakelt het systeem
automatisch de airconditioning in of uit,
afhankelijk van de
weersomstandigheden.
Druk op toets 2 om de automatische
modus te verlaten: AUTO verdwijnt van
de display 4 en AC OFF verschijnt.
Opmerking: het inschakelen van de
functie "helder zicht" schakelt de
airconditioning in. Als u opnieuw op de
toets 3 drukt, wordt de automatische
modus weer ingeschakeld.
Wijzigen van de
ventilateursnelheid
Normaal zorgt het systeem
automatisch voor de juiste
ventilateursnelheid om de ingestelde
temperatuur te bereiken en te
handhaven.
Door op de toetsen 5 en 7 te drukken,
schakelt u de automatische modus uit.
U kunt met deze toetsen de ventilateur
sneller en langzamer laten draaien.
Achterruit en/of buitenspiegels
ontdooien/ontwasemen.
Druk op knop 11 en het
waarschuwingslampje gaat branden.
Hiermee worden de achterruit en/of de
bovenste spiegels van de
buitenspiegels elektrisch verwarmd.
U schakelt deze functie uit door
opnieuw op de toets 11 te drukken. De
verwarming schakelt na enige tijd
automatisch uit.
In de automatische modus
begint de ventilatie,
afhankelijk van de
buitenluchtcondities, niet
onmiddellijk op de
maximumsnelheid: deze wordt
geleidelijk verhoogd tot de motor
voldoende op temperatuur is
gekomen om het interieur te
verwarmen. Deze opwarmfase
kan variëren van enkele
seconden tot een paar minuten.
Deze opwarmfase kan variëren
van enkele secondes tot een paar
minuten.
4
U w c o m f o r t - 2 5 3