HULPEN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
obstakel, verlies van grip op de weg in
een bocht, enz.).
De werking van de
startvergrendeling
Een opname-element in het stuurwiel
registreert de richting waarin de
bestuurder de auto wil laten rijden.
Andere opname-elementen in de auto
registreren de werkelijke
verplaatsingsrichting.
Het systeem vergelijkt de door de
bestuurder gegeven bevelen en
gekozen richting met de werkelijke
verplaatsingsrichting van de auto en
corrigeert deze laatste door, indien
nodig, op bepaalde wielen te remmen
en/of het motorvermogen aan te
passen. In het geval dat het systeem
wordt geactiveerd, knippert het
waarschuwingslampje
instrumentenpaneel.
Onderstuurregeling
Dit verbetert de werking van het ESC
bij sterk onderstuur van de auto (als de
voorwielen hun grip verliezen).
Hulp bij zijwind
Dit systeem verbetert de werking van
de ESC en helpt ook bij de controle
over de auto bij wisselende zijwind.
Het helpt de verplaatsingsrichting van
de auto te handhaven via het gebruik
van de remmen.
Als het systeem wordt geactiveerd,
wordt de
instrumentenpaneel.
TRACTIECONTROLE: ASR
Dit systeem helpt het slippen van de
aangedreven wielen te beperken en de
auto bij het wegrijden, accelereren of
decelereren te controleren.
De werking van de
startvergrendeling
Met behulp van opname-elementen bij
de wielen, meet en vergelijkt het
systeem constant de snelheid van de
aangedreven wielen en remt het deze
af als ze doorslippen. Als een wiel
op het
neigt naar doorslippen, zorgt het
systeem voor het afremmen van het
betreffende wiel, totdat de snelheid
van het wiel overeenkomt met de grip
op de weg.
Het systeem reageert ook door het
toerental van de motor aan te passen
aan de hoeveelheid grip onder de
wielen, onafhankelijk van de mate
waarin het gaspedaal wordt ingedrukt.
op het
Storingen
Wanneer het systeem een
bedieningsfout detecteert, worden de
melding "Controleer ESC" en de
en
weergegeven op
het instrumentenpaneel. In dit geval
zijn het ESC en de tractiecontrole
uitgeschakeld.
Ga naar een erkende dealer.
Hulp bij het rijden met
aanhangwagen
Het systeem helpt de auto onder
controle te houden bij gebruik met een
aanhangwagen. Het detecteert
trillingen die veroorzaakt worden door
het trekken van een aanhangwagen in
bepaalde rijomstandigheden.
Werkingsomstandigheden
– De trekhaak moet worden
goedgekeurd door een erkende dealer.
– de bundel moet door een erkende
dealer erkend zijn;
– de trekhaak moet op de auto
aangesloten zijn.
De werking van de
startvergrendeling
De functie stabiliseert de auto door:
3
R i j d e n - 1 8 9