KINDERVEILIGHEID
De verankeringspunten
ISOFIX zijn uitsluitend
2
ontworpen voor
kinderzitjes die zijn
uitgerust met ISOFIX. Bevestig
nooit andere kinderzitjes, noch de
gordel of andere voorwerpen op
deze verankeringspunten.
Controleer of niets in de weg zit
bij de verankeringspunten.
Als uw voertuig betrokken is
geweest bij een verkeersongeval,
laat dan de verankeringspunten
controleren ISOFIX en vervang
uw kinderzitje.
Montage van het kinderzitje
Algemeen
Op bepaalde zitplaatsen mogen geen
kinderzitjes bevestigd worden. De
schema's op de volgende bladzijden
geven aan waar een kinderzitje
gemonteerd kan worden.
De genoemde types kinderzitjes zijn
niet overal leverbaar. Controleer,
voordat u een ander kinderzitje
gebruikt, bij de fabrikant of het
gemonteerd kan worden.
6 2 - K e n u w a u t o
Monteer het kinderzitje
bij voorkeur op een
zitplaats achterin.
Stoel installeren ISOFIX
Om op deze zitplaats een
-kinderzitje te installeren, maakt u
eerst de veiligheidsgordels los
voordat u de grendels vastzet.
Installatie van een
kinderzitje ISOFIX op de
stoel linksachter maakt
de centrale stoel
onbruikbaar. De middelste
autogordel is immers niet meer
toegankelijk of bruikbaar.
Op de voorplaats(en)
RISICO OP
OVERLIJDEN OF
ERNSTIG LETSEL:
voordat u een
achterwaarts gericht kinderzitje
op de passagiersstoel voorin
plaatst, moet u controleren of
deairbag voor de passagier voorin
is uitgeschakeld. 57
Het vervoer van een kind op de plaats
van de voorpassagier is niet in alle
landen toegestaan. Houd u aan de
geldende wettelijke voorschriften en
volg de aanwijzingen van de schema's
op de volgende bladzijden.
Voordat u een kinderzitje op deze
plaats installeert (indien dit toegestaan
is)
– zet de autogordel zo ver mogelijk
naar beneden;
– bij auto's die hiermee uitgerust zijn,
schuift u de stoel zo ver mogelijk naar
achteren;
– voor auto's die hiermee uitgerust
zijn, zet de rugleuning enigszins
schuin (ongeveer 25°);
– zet de zitting, indien mogelijk, zo ver
mogelijk omhoog.