Deze informatie deelt mee hoeveel kilometers er nog
gereden kunnen worden tot het verversen van de
olie, wat het oliepeil is en of er een storing is in de
oliepeilsensor.
1. Afstand tot olie verversen
De afstand tot olie verversen wordt weergegeven
als deze minder dan 1.500 km (930 mijl) bedraagt.
2. Indicator olie verversen
Wanneer de ingestelde kilometerstand nadert, zal
de indicator olie verversen op het scherm verschij-
nen. Na het verversen van de olie, moet de afstand
tot olie verversen gereset worden. De indicator olie
verversen wordt niet automatisch gereset. Zie voor
het resetten van deze indicator, "Instellingen" eer-
der in dit hoofdstuk.
U kunt de afstand tot olie verversen niet handmatig
instellen. De afstand tot olie verversen wordt auto-
matisch ingesteld.
LET OP
•
Als de indicator olie verversen verschijnt, dient
u de motorolie zo snel mogelijk te verversen.
De auto gebruiken met gedegenereerde olie
kan de motor beschadigen.
•
Reset de indicator nooit als de olie niet ver-
verst is. Neem voor het verversen van de mo-
torolie, het vervangen van het oliefilter en het
resetten contact op met een erkende dealer
of gekwalificeerd garagebedrijf.
OPMERKING
•
Het is niet mogelijk om een reset ongedaan te
maken.
•
De afstand tot vereiste olieverversing kan al-
leen gereset worden wanneer:
– De afstand tot olieverversing op het voer-
tuiginformatiedisplay wordt weergegeven.
– De indicator voor olieverversing op het
voertuiginformatiedisplay wordt weerge-
geven.
•
De motorolie dient ververst te worden voordat
de afstand tot olieverversing gedaald is naar 0
km (0 mijl). Als er met het voertuig doorgere-
den wordt nadat de afstand tot olieverversing
de 0 km (0 mijl) bereikt heeft, kunnen de
motorprestaties aanzienlijk verminderen.
•
Het roetfilter kan dat ook verzadigd raken om-
dat regeneratie wordt beperkt zodra de af-
stand tot de vereiste olieverversing 0 km (0
mijl) heeft bereikt.
Als bovenstaande toestand zich voordoet, laat
de auto dan nakijken door een erkende dealer
of gekwalificeerd garagebedrijf.
•
Het onderhoudsinterval wordt sneller kleiner
bij bepaalde rijomstandigheden, vooral bij rij-
den met lage snelheid in stedelijke omgeving.
3. Herinnering laag oliepeil
Als de indicator laag oliepeil wordt weergegeven, is
het motoroliepeil laag. Zodra de herinnering laag
oliepeil wordt weergegeven, moet u het oliepeil con-
troleren met de motoroliepeilstok. (Zie "Motorolie-
peil controleren" in hoofdstuk "8. Onderhoud en
doe-het-zelf".)
LET OP
Controleer het oliepeil regelmatig met de mo-
toroliepeilstok. Als de motor met een te laag
oliepeil draait, kan er motorschade optreden die
niet door de garantie wordt gedekt.
4. Waarschuwing oliepeilsensor
Als de oliesensorwaarschuwing wordt weergege-
ven, is er mogelijk een storing in de sensor. Neem
direct contact op met een erkende dealer of gekwa-
lificeerd garagebedrijf.
Instrumenten en bedieningen
2-33