Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanbevolen Banden Voor Vierwielaandrijving - Renault ALASKAN 2017 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Als het waarschuwingslampje voor vierwie-
laandrijving (4WD) gaat branden tijdens het
rijden op een droog, hard wegdek:
– in de <4H>-stand, zet de 4WD-modusscha-
kelaar op <2WD>.
– in de <4LO>-stand, stop de auto en zet de
schakelhendel in de N-stand (vrij) met het
rempedaal ingetrapt en zet de 4WD-mo-
dusschakelaar op <2WD>.
Als na bovenstaande procedure het 4WD-
waarschuwingslampje nog steeds brandt,
laat uw auto dan zo snel mogelijk nakijken
door een erkende dealer of gekwalificeerd
garagebedrijf.
De tussenbak kan beschadigd raken als u
blijft rijden terwijl het waarschuwingslampje
snel knippert.
Waarschuwing
Als er een storing optreedt in het vierwielaandrijving-
systeem (4WD) terwijl de motor draait, zal er een
waarschuwingsbericht verschijnen op het voertui-
ginformatiedisplay.
Als de waarschuwing [4WD systeem fout]
verschijnt, is er wellicht een storing in het 4WD-sys-
teem. Matig uw snelheid en laat uw auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende dealer of ge-
kwalificeerd garagebedrijf.
5-34
Starten en rijden
LET OP
Start de motor niet als auto op een rollenbank
staat met een wiel van de grond.
Als de waarschuwing [4WD systeem fout] ver-
schijnt tijdens het rijden, is er wellicht een
storing in het 4WD-systeem. Matig uw snel-
heid en laat uw auto zo snel mogelijk nakijken
door een erkende dealer of gekwalificeerd ga-
ragebedrijf. Rijd extra voorzichtig.
De aandrijflijn kan beschadigd worden als u
doorrijdt terwijl de waarschuwing [4WD sys-
teem fout] is verschenen.
AANBEVOLEN BANDEN VOOR
VIERWIELAANDRIJVING
LET OP
Zorg ervoor dat alle vier de banden dezelfde
maat, hetzelfde merk, dezelfde constructie
(diagonaal, diagonaalgordel of radiaal) en het-
zelfde profiel hebben. Als dat niet zo is, kan er
een verschil in omtreklengte ontstaan tussen
de banden op de vooras en die op de ach-
teras, waardoor de banden snel slijten en de
versnellingsbak, de tussenbak en de differen-
tiaaltandwielen beschadigd raken.
Gebruik UITSLUITEND reservebanden die
voorgeschreven zijn voor het desbetreffende
model met vierwielaandrijving (4WD).
Bemerkt u ernstige slijtage aan de banden, dan is
het raadzaam om alle vier de banden te vervangen
door nieuwe banden van dezelfde maat en construc-
tie. Controleer ook de bandenspanning en wieluitlij-
ning en corrigeer deze indien nodig. Neem contact
op met een erkende dealer of gekwalificeerd gara-
gebedrijf.
Sneeuwbanden
Als u sneeuwbanden gebruikt, moeten ook deze op
alle vier de wielen van dezelfde maat, merk, con-
structie en profiel zijn.
Bandenspanning
Controleer regelmatig de bandenspanning in alle
banden, inclusief in de reserveband, met een ban-
denspanningsmeter in een tankstation. Indien no-
dig, breng ze op de juiste spanning. De bandenspan-
ningen zijn aangegeven op het plaatje op de portier-
stijl aan de bestuurderszijde of op het achterportier.
Banden wisselen
RENAULT raadt aan de banden om de 5.000 km
(3.000 mijl) te wisselen.
Sneeuwkettingen
Monteer sneeuwkettingen uitsluitend op de ach-
terwielen, niet op de voorwielen.
Rijd niet met sneeuwkettingen op geasfalteerde we-
gen die sneeuwvrij zijn. Wanneer u onder dergelijke
omstandigheden met sneeuwkettingen rijdt, kan dit
de verschillende mechanismen van de auto bescha-
digen als gevolg van overbelasting. Schakel altijd
over op tweewielaandrijving (2WD) wanneer u op
een normaal verhard wegdek rijdt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave