Download Print deze pagina

Renault ALASKAN 2017 Gebruiksaanwijzing pagina 219

Advertenties

Hierdoor zal iedereen goed blijven zitten tij-
dens het rijden door een ruig gebied.
Rijd niet overdwars langs steile hellingen. Het
is beter om in een rechte lijn een helling op of
af te rijden. Terreinwagens kantelen namelijk
gemakkelijker dan dat ze over de kop slaan.
Veel hellingen zijn voor de meeste auto's te
steil. Als u zo'n helling oprijdt, komt de auto
mogelijk stil te staan. Rijdt u zo'n helling af,
dan kan het gebeuren dat u geen controle
over de snelheid kunt houden. Als u over-
dwars over zo'n helling rijdt, kan de auto kan-
telen.
Schakel niet naar een andere versnelling wan-
neer u van een steile helling naar beneden
rijdt. U kunt dan de macht over het stuur ver-
liezen.
Let goed op tijdens het rijden naar de top van
de helling. Aangekomen bij de top kan er een
ravijn zijn of een andere gevaarlijke situatie
waardoor u een ongeluk kunt krijgen.
Als de motor stopt of als u de top van een
steile helling niet kunt halen, probeer dan
nooit om te draaien. Uw auto zou dan kunnen
kantelen of over de kop slaan. Rijd altijd ach-
teruit en recht naar beneden in de achteruit-
versnelling (R). Rijd nooit achteruit in N (vrij)
of met de koppeling ingetrapt (model met
handgeschakelde versnellingsbak) door al-
leen de rem te gebruiken, want dan kan u de
macht over de auto verliezen.
Door continu hard te remmen bij het afdalen
van een helling kunnen de remmen oververhit
en versleten raken waardoor u de macht over
het stuur kunt verliezen en een ongeluk kunt
veroorzaken. Trap het rempedaal licht in en
zet de keuzehendel in een lage versnelling
om de snelheid onder controle te houden.
Bagage die niet is bevestigd, kan door de auto
geslingerd worden tijdens het rijden over on-
begaanbaar terrein. Bevestig de bagage goed
zodat deze niet naar voren kan worden geslin-
gerd en letsel kan veroorzaken aan uzelf of
uw passagiers.
Om te voorkomen dat het zwaartepunt te
hoog komt te liggen dient u ervoor te zorgen
dat de aangegeven capaciteit van de dakrail
(indien aanwezig) niet wordt overschreden en
de bagage gelijk verdeeld wordt. Zet zware
bagage zo ver mogelijk naar voren en zo laag
mogelijk vast in de bagageruimte. Monteer
geen banden groter dan gespecificeerd in
deze handleiding. Dit kan ertoe leiden dat de
auto over de kop slaat.
Bij terreinrijden is het onverstandig het stuur-
wiel aan de binnenzijde of aan de spaken vast
te houden. Als via de wielen een plotselinge
ruk naar het stuurwiel wordt overgebracht,
kunt u uw handen verwonden. Leg vingers en
duim daarom tegen de buitenrand van het
stuurwiel.
Maak voor het rijden uw veiligheidsgordel vast
en vraag eventuele passagiers hetzelfde te
doen.
Zorg dat de vloermatten tijdens het rijden op
hun plaats blijven liggen omdat de vloer heet
kan worden.
Verminder de snelheid bij sterke zijwind. Door
het hoge zwaartepunt, is uw voertuig gevoeli-
ger voor sterke zijwinden. Bij een lage snel-
heid behoudt u gemakkelijker de macht over
het stuur.
Rijd volgens de bandenspecificatie, zelfs met
de vierwielaandrijving ingeschakeld.
Probeer niet twee wielen van de grond te hef-
fen en de versnellingsbak in een voor- of ach-
teruitrijstand te zetten met een draaiende mo-
tor. Dit kan schade aan de aandrijflijn toebren-
gen
of
een
onverwachte
veroorzaken wat kan leiden tot ernstige
schade aan de auto of personen.
Probeer een 4WD-auto niet op een tweewiel-
vermogenstestbank of vergelijkbare uitrus-
ting te testen, ook al zijn de andere twee wie-
len van de grond gelicht. Breng de medewer-
kers op de hoogte van het feit dat uw auto is
uitgerust met 4WD, voordat het wordt ge-
plaatst op een vermogenstestbank. Het ge-
bruik van de verkeerde testuitrusting kan
schade aan de aandrijflijn toebrengen of een
onverwachte beweging veroorzaken wat kan
leiden tot ernstige schade aan de auto of per-
sonen.
Starten en rijden
beweging
5-7

Advertenties

loading