teem door temperatuurdalingen te voorkomen, ge-
bruikt het TPMS-systeem temperatuursensoren in
de banden om berekeningen te kunnen maken op
basis van de temperatuur.
In zeldzame gevallen kan het nodig zijn om de refe-
rentietemperatuur van het TPMS-systeem opnieuw
te kalibreren op het voertuiginformatiedisplay. Zie
"Voertuiginformatiedisplay" in hoofdstuk "2. Instru-
menten en bedieningen". Deze handeling mag al-
leen uitgevoerd worden wanneer de werkelijke ban-
denspanning is aangepast terwijl de actuele omge-
vingstemperatuur aanzienlijk verschilt van de actuele
kalibratietemperatuur.
Gebruik de knoppen op het stuurwiel om de tempe-
ratuur die het TPMS-systeem gebruikt voor bereke-
ningen te kalibreren door het menu [Instellingen] te
selecteren en vervolgens [Bandenspanningen]. Se-
lecteer [Reset starten] en dan [Beginnen]. Tijdens
het kalibratieproces zal de melding [Reset banden-
spanning systeem] op het voertuiginformatiedisplay
getoond worden.
CONTACTSCHAKELAAR (modellen zonder
afstandsbedieningsleutelsysteem)
WAARSCHUWING
Haal de sleutel nooit uit de contactschakelaar en
draai de contactschakelaar nooit naar de
<LOCK>-stand tijdens het rijden. Het stuurwiel
zal dan blokkeren. Ernstige schade aan de auto
of persoonlijk letsel kan hiervan het gevolg zijn.
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK (MT)
De schakelaar bevat een antidiefstal stuurvergren-
delingsinrichting.
De contactsleutel kan alleen uit de contactschake-
laar worden gehaald wanneer de schakelaar in de
<LOCK> gewone parkeerstand (0) is gedraaid.
Er bevindt zich een "OFF"-stand
<LOCK>-stand en de <ACC>-stand, hoewel deze
niet is aangegeven op de slotcilinder.
Haal de sleutel uit de contactschakelaar om het
stuurwiel te vergrendelen. Draai de sleutel voor-
zichtig in het contactslot terwijl u het stuur rustig
heen en weer beweegt om het te ontgrendelen.
SLEUTELSTANDEN
LOCK (Gewone parkeerstand) (0):
De contactsleutel kan alleen in deze stand verwij-
derd worden.
OFF (1):
De motor kan worden afgezet zonder het stuurwiel
te vergrendelen.
ACC (accessoires) (2):
In deze stand activeert u de elektrische accessoi-
res, zoals de radio, wanneer de motor niet draait.
ON (gewone bedrijfsstand) (3):
In deze stand worden het contact en de elektrische
accessoires ingeschakeld.
SSD0392Z
START (4):
In deze stand wordt de motor gestart. Laat de con-
tactsleutel onmiddellijk los zodra de motor aanslaat.
De sleutel gaat automatisch terug naar de <ON>-
stand.
STUURSLOT
Het stuurwiel blokkeren
tussen de
1) Zet de contactschakelaar in de <LOCK>-stand.
2) Haal de sleutel uit de contactschakelaar.
3) Draai het stuurwiel 1/6 slag rechtsom vanuit de
rechtuitstand.
5-15
Starten en rijden