•
De veiligheidsgordels en de zijairbags en gor-
dijnairbags werken het best als u rechtop zit
met uw rug tegen de rugleuning. De zijairbags
en gordijnairbags worden zeer snel en met
grote kracht opgeblazen. U en uw passagiers
kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen
als u of een passagier tijdens een ongeval
geen veiligheidsgordel draagt, naar voren of
opzij leunt of een andere ongewone zitpositie
inneemt.
•
Vertel inzittenden dat hun handen, benen of
gezicht niet tegen de bekleding voor de zijair-
bags en gordijnairbags mogen rusten, en
evenmin tegen de zijkant van de rugleuning
van de voorstoelen of nabij de zijdakbalken.
Laat niemand op de voorstoelen of de buiten-
ste zitplaatsen achterin de handen of armen
uit het raam steken of tegen de portieren leu-
nen. In de afbeeldingen ziet u enkele voor-
beelden van gevaarlijke zithoudingen tijdens
het rijden.
•
Leun of hang niet aan de rugleuningen van de
voorstoelen als u op de achterbank zit. Als de
zijairbags en gordijnairbags zich opblazen
kunt u ernstig letsel oplopen. Wees in het bij-
zonder voorzichtig met kinderen, waarvoor u
altijd een kinderzitje moet gebruiken.
•
Gebruik geen stoelhoezen op de rugleunin-
gen van de voorstoelen. Deze kunnen tijdens
het opblazen de werking van de zijairbags hin-
deren.
1-34
Veiligheid — stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend veiligheidssysteem
•
Hang geen zware voorwerpen, harde voorwer-
pen of voorwerpen met scherpe randen aan
de sleutel. Dit kan letsel veroorzaken als de
knie-airbag wordt opgeblazen.
Veiligheidsgordels met
gordelspannersysteem (indien aanwezig)
Het gordelspannersysteem kan samen met de air-
bags in werking treden bij bepaalde botsingen. De
spanners werken samen met de oprolautomaten om
de gordels aan te spannen op het moment dat de
auto bij bepaalde typen botsingen betrokken raakt,
waardoor inzittenden voorin steviger vast komen te
zitten. (Zie "Veiligheidsgordels" eerder in dit hoofd-
stuk.)
Waarschuwingsstickers voor airbags
Waarschuwingssticker voor airbags: De
waarschuwingssticker vindt u op de zonneklep
voor de voorpassagier.
Waarschuwingssticker voor de
voorpassagiersairbag: Deze
waarschuwingssticker vindt u aan de
buitenkant van het dashboard (aan de
passagierszijde).
Waarschuwingssticker voor zijairbags: De
waarschuwingssticker vindt u op de middelste
portierstijl aan de passagierszijde. Tevens zijn
labels ingenaaid in de bekleding van de
voorstoelen.
SRS-voorpassagiersairbag:
De waarschuwingssticker
"Plaats NOOIT een achterwaarts gericht kinder-
zitje op een stoel die is beveiligd met een INGE-
SCHAKELDE AIRBAG, aangezien het kind hier-
door ERNSTIG of DODELIJK LETSEL kan
oplopen."
De ACHTERBANK is de VEILIGISTE plek voor kin-
deren van 12 en jonger. Gebruik altijd de veilig-
heidsgordels en kinderzitjes. Voor maximale be-
scherming van uw veiligheid bij ongevallen moet
u altijd uw veiligheidsgordel dragen. Zit en leun
niet onnodig dichtbij een airbag. Plaats geen
voorwerpen over de airbag of tussen de airbag
en uzelf. Als het waarschuwingslampje voor de
NPA1155
airbags blijft branden of knippert wanneer de
contactschakelaar op ON is gezet, neem dan
contact op met een erkende dealer of gekwalifi-
ceerd garagebedrijf. Airbags mogen alleen ver-
wijderd of afgevoerd worden door een erkende
dealer of gekwalificeerd garagebedrijf.
zit op de zonneklep.