het systeem correct werkt. (Zie "Waarschuwings-
lampjes, controlelampjes en geluidssignalen" in
hoofdstuk "2. Instrumenten en bedieningen".)
WAARSCHUWING
•
De voorairbags worden over het algemeen
niet opgeblazen bij een zijdelingse botsing,
een botsing van achteren, bij het over de kop
slaan of bij een lichte frontale botsing. Draag
daarom altijd een veiligheidsgordel, zodat u
de kans op ernstig letsel bij verschillende
soorten ongevallen verkleint.
Veiligheid — stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend veiligheidssysteem
•
De veiligheidsgordels en de voorairbags wer-
ken het best als u rechtop zit met uw rug
tegen de rugleuning. De voorairbags worden
zeer snel en met grote kracht opgeblazen. U
en uw passagiers kunnen ernstig of zelfs do-
delijk letsel oplopen als u of een passagier tij-
dens een ongeval geen veiligheidsgordel
draagt, naar voren of opzij leunt of een an-
dere ongewone zitpositie inneemt. U en uw
passagiers kunnen ook ernstige of zelfs fa-
SSS0131AZ
SSS0132AZ
1-31