Als er zich een storing voordoet, zal het ESP-waar-
schuwingslampje
op het dashboard gaan bran-
den. Het ESP-systeem gaat automatisch uit.
Met de ESP OFF-schakelaar kunt u het ESP-sys-
teem uitschakelen. Het ESP OFF-controlelampje
gaat branden om aan te geven dat het EPS-sys-
teem uitgeschakeld is. Wanneer de ESP OFF-scha-
kelaar gebruikt wordt om het systeem uit te schake-
len, werkt het ESP-systeem nog steeds om wielslip
te voorkomen door vermogen over te brengen op
een aangedreven wiel dat niet slipt. Het ESP-waar-
schuwingslampje
knippert als dit gebeurt. Alle
andere ESP-functies zijn uitgeschakeld en het ESP-
waarschuwingslampje
gaat niet knipperen. Het
ESP-systeem wordt automatisch weer ingeschakeld
wanneer de contactschakelaar in de OFF-stand en
vervolgens terug in de ON-stand wordt gezet.
Als de <4LO>-stand geselecteerd wordt met de
modusschakelaar voor vierwielaandrijving (4WD),
wordt het ESP-systeem uitgeschakeld en gaat het
ESP OFF-controlelampje branden.
Zie "Waarschuwingslampjes, controlelampjes en
geluidssignalen" in hoofdstuk "2. Instrumenten en
bedieningen" en "Vierwielaandrijving (4WD) (indien
aanwezig)" eerder in dit hoofdstuk.
De computer heeft een ingebouwde zelfdiagnose-
functie die het systeem test telkens wanneer u de
motor start en op lage snelheid voor- of achteruit
rijdt. Tijdens deze zelfdiagnose hoort u soms een
soort gebonk of voelt u trillingen in het rempedaal.
Dit is normaal en duidt niet op een storing.
ELECTRONIC STABILITY
PROGRAMME (ESP)
OFF-SCHAKELAAR
Onder de meeste rijomstandigheden moet de auto
worden gereden met ingeschakeld Electronic Stabi-
lity Programme (ESP).
Wanneer het voertuig vastzit in modder of sneeuw,
zorgt het ESP-systeem ervoor dat het motorvermo-
gen wordt verminderd om zo het doorslippen van de
wielen te verminderen. Het motortoerental wordt be-
perkt ook al is het gaspedaal tot op de vloer inge-
trapt. Is het maximum motorvermogen nodig om een
vastzittend voertuig los te maken, schakel dan het
ESP-systeem uit.
Druk op de ESP OFF-schakelaar om het Electronic
Stability Programme (ESP) uit te schakelen. Het
ESP OFF-controlelampje
gaat branden.
Druk nogmaals op de ESP OFF-schakelaar of start
de motor opnieuw om het Electronic Stability Pro-
gramme (ESP) weer in te schakelen.
ACTIVE EMERGENCY BRAKING-
SYSTEEM (indien aanwezig)
Het Active Emergency Braking-systeem kan de be-
stuurder helpen wanneer er een risico bestaat op
een frontale botsing met een voorligger in dezelfde
rijstrook.
SSD1149Z
Het Active Emergency Braking-systeem (Actief
noodremsysteem) maakt gebruik van een radarsen-
sor
die op de voorkant van de auto is geïnstal-
leerd om de afstand tot de voorligger op dezelfde
rijstrook te meten.
WAARSCHUWING
•
Het Active Emergency Braking-systeem is een
extra hulpmiddel voor de bestuurder. Het be-
tekent niet dat de bestuurder niet meer op de
verkeersomstandigheden hoeft te letten en is
ook geen vervanging voor de verantwoorde-
lijkheid om veilig te rijden. Het systeem kan
geen ongelukken voorkomen die veroorzaakt
worden door onvoorzichtig of gevaarlijk rijge-
drag.
NIC3103
5-37
Starten en rijden