Kinderzitje installeren met behulp van de veiligheidsgordel van de auto
De volgende beperking is van toepassing bij het gebruik van kinderzitjes, gebaseerd op het gewicht van het kind en de installatiepositie in de auto.
Gewichtsgroep
0
<10 kg
0+
<13 kg
I
9 - 18 kg
II
15 - 25 kg
III
22 - 36 kg
U:
Geschikt voor voorwaarts en achterwaarts gerichte kinderzitjes in de categorie "Universeel", goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
UF:
Alleen geschikt voor voorwaarts gerichte kinderzitjes in de categorie "Universeel", goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L:
Geschikt voor bijzondere kinderzitjes (CRS) in de categorieën "Voertuigspecifiek", "Beperkt", of "Semi-universeel", goedgekeurd voor deze gewichtsgroep.
X:
Zitplaats niet geschikt voor kinderzitjes in deze gewichtsgroep.
*1:
Zet de hoofdsteun in de hoogste stand of, indien nodig, verwijder de hoofdsteun als deze de installatie van het kinderzitje belemmert. Verwijder de hoofdsteun niet als er alleen een
verhogingskussen gebruikt wordt.
*2:
Schuif de voorstoel(en) voldoende naar voren en/of verstel de stoelhoogte (indien van toepassing) in de hoogste stand om ervoor te zorgen dat er geen contact bestaat tussen het
kinderzitje en de achterkant van de voorstoel.
*3:
Schuif de voorpassagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren.
*4:
Alleen geschikt voor kinderzitjes in de categorie "Universeel". Installeer geen kinderzitjes met steunpoot.
Voorpassagiersstoel
Voorpassagiersstoel
(Airbag AAN)
X
X
X
X
X
Veiligheid — stoelen, veiligheidsgordels en aanvullend veiligheidssysteem
Zitplaats
Buitenste zitplaats tweede
(Airbag UIT)
L*3
L*3
L*1,*3
U/L*1,*2
L*1,*3
U/L*1,*2
L*1,*3
U/L*1,*2
Middelste zitplaats tweede rij
rij
U/L*2
U*2
U/L*2
U*2
U*1,*2
U*1,*2
U*1,*2
*4
1-17