7-2
Problemen oplossen
De camera wordt niet ingeschakeld.
De batterijen zijn niet opgeladen.
• Laad de batterijen op in de batterijlader.
Koude temperaturen hebben een tijdelijke daling in batterijprestaties
veroorzaakt.
• De batterijprestaties dalen bij lage temperaturen. Hervat het gebruik nadat u de batterijen
licht hebt opgewarmd door deze uit de camera te halen en in uw zak te stoppen of op een
andere warme plaats.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt
ingedrukt.
De camera is automatisch uitgeschakeld.
• De camera wordt in de slaapstand gezet als er gedurende een bepaalde periode geen
handelingen worden uitgevoerd. Druk de ontspanknop tot halverwege in om de camera
opnieuw te activeren. g [Slaapstand] (Blz. 562)
Als er gedurende een bepaalde periode geen handelingen worden uitgevoerd nadat de
camera overgeschakeld is naar de slaapstand, wordt de camera uitgeschakeld.
g [Autom. uitschakelen] (Blz. 562)
De fl itser wordt opgeladen.
• De #-indicator in het scherm knippert terwijl de fl itser wordt opgeladen. Druk op de
ontspanknop nadat de indicator is gestopt met knipperen.
Bedieningselementen op de camera zijn vergrendeld.
• Wanneer u de vergrendelschakelaar naar de vergrendelstand draait, worden de staand/
liggend-knoppen en andere geselecteerde bedieningsfuncties vergrendeld. (Blz. 503).
7
634 NL
7-2 Problemen oplossen