Scherpte instellen
Pas de scherpte van de afbeelding aan. Omrandingen worden benadrukt voor een
scherp, duidelijk beeld. De instellingen worden voor elke fotomodus afzonderlijk
opgeslagen.
• Deze instelling is toegankelijk via:
- Het LV-superbedieningspaneel
Hi (+)
Verhoog de scherpte. Omrandingen worden scherper gedefi nieerd.
Lo (−)
Verlaag de scherpte. Omrandingen worden minder scherper gedefi nieerd.
Toegang via het LV-superbedieningspaneel
1
Markeer [Scherpte] in het
LV-superbedieningspaneel.
3
2
Draai aan de voorste draaiknop om een optie te
markeren.
3
Druk de ontspanknop half in om de gemarkeerde
optie te selecteren en het LV-superbedieningspaneel
te verlaten.
Menutoegang
Pas de scherpte aan met [Fotomodus] in W Opnamemenu 1.
MENU-knop
behulp van FG op de pendelknop en druk op de I-knop
van de FG-knoppen en druk op de I-knop
kiezen
n 3-9 Beeldstabilisatie, kleur en kwaliteit
396 NL
W (Opnamemenu 1)-tabblad
- De menu's
Scherpte
Auto
[Fotomodus]
Markeer een fotomodus met
Markeer [Scherpte] met behulp
Gebruik de FG-knoppen om een optie te
(Scherpte)
Scherpte
Natural
ISO
WB
Auto
Normaal