C-AF-lensscannen
Kies of de camera een focusscan uitvoert. Als de camera niet kan
scherpstellen, zal deze scannen naar een scherpstelstand door de lens vanaf
de minimumscherpstelafstand naar oneindig te sturen. U kunt indien gewenst
het scannen beperken. Deze optie wordt effectief wanneer [C-AF], [C-AF+TR],
[C-AFb] of [C-AF+TRb] is geselecteerd voor [K AF-modus] (Blz. 115).
De camera scant niet als deze niet kan scherpstellen. Dit voorkomt dat het
Modus1
scherpstellen dusdanig verandert dat u het zicht op uw onderwerp verliest wanneer
u kleine voorwerpen en dergelijke probeert te volgen.
Wanneer de camera niet kan scherpstellen, scant deze maar één keer. De camera
Modus2
scant niet nog een keer zolang het scherpstellen voortduurt.
De camera scant wanneer deze niet kan scherpstellen, waarbij de scherpstelling
Modus3
zo vaak als nodig wordt herhaald als de camera het onderwerp tijdens het
scherpstellen uit beeld verliest.
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te
geven.
2
2
Selecteer G Aangepast menu J (AF/MF).
3
Markeer [AF-scanner] met behulp van FG op de
pendelknop en druk op de I-knop.
4
Markeer een optie met de knoppen FG en druk op
de knop OK.
• G Aangepast menu J verschijnt.
5
Druk meerdere keren op de MENU-knop om de
menu's af te sluiten.
• Ongeacht de geselecteerde optie scant de camera één keer als deze niet kan scherpstellen
wanneer [S-AF] of [S-AFb] is geselecteerd voor [K AF-modus].
146 NL
K 2-9 Scherpstellen
(AF-scanner)
AF-modus
A1
A1
1
A2
AF+MF
2
A3
AEL/AFL
S3/C4/M3
A4
Modus2
AF-scanner
B1
C-AF-gevoeligheid
B2
C1
C-AF Centrum
C2
C-AF Centrum als prior.
Terug
Instellen
AF-modus
AF+MF
AEL/AFL
S3/C4/M3
Modus2
AF-scanner
C-AF-gevoeligheid
C-AF Centrum
C-AF Centrum als prior.
Terug
Instellen
AF-scanner
Modus2
De AF-scanner wordt slechts
eenmaal uitgevoerd wanneer het
onderwerp onscherp is of wanneer
het contrast laag is.
Terug
Instellen
S-AF
Uit
±0
S-AF
Uit
±0