%
• Belichtingscorrectie, en daarbij de regeling van lichte plekken en schaduwen, kan
aan andere bedieningselementen dan de F-knop worden toegewezen. Gebruik
[K Knopfuncties] (Blz. 463) in G Aangepast menu J.
• Als u [Multifunctie] toewijst aan een bedieningselement, kunt u direct naar [Lichte/
schaduwdelen]. g "Opties Multifunctie-knop (Multifunctie)" (Blz. 470)
Toegang via het LV-superbedieningspaneel
1
Markeer [Lichte/schaduwdelen] in het
LV-superbedieningspaneel en druk op de OK-knop.
• Er verschijnt een tooncurve.
2
Druk op de INFO-knop om het gewenste toonbereik
te kiezen.
2
• Het toonbereik verandert elke keer dat de knop wordt
ingedrukt.
3
Draai aan de regelaars om de gewenste instelling te
kiezen.
• [Ho. en sch.] geselecteerd
Pas de lichte plekken aan met behulp van de voorste
regelaar en de schaduwplekken met de achterste
regelaar.
• [Middentinten] geselecteerd
Gebruik de voorste of achterste regelaar.
• Houd de OK-knop ingedrukt om de standaardcurve te
herstellen.
4
Druk op de OK-knop om de wijzigingen op te slaan.
• U kunt de wijzigingen ook opslaan door de ontspanknop
half in te drukken.
228 NL
K 2-13 Kleur en kwaliteit
Lichte/schaduwdelen
Natural
ISO
WB
Auto
Auto
Normaal
Lichte/schaduwdelen
Licht±0
Schaduw±0
Middentinten
Geselecteerd toonbereik
Licht+5
Schaduw±0
Middentinten
Resetten
Resetten