2-13 Kleur en kwaliteit
Dit hoofdstuk is voornamelijk gericht op functies die van invloed zijn op de kleur en
het uiteindelijke beeld van de foto. De volgende onderwerpen worden behandeld:
witbalans, fotomodus en andere items die de kleurbalans en functies beïnvloeden
(zoals Opname hoge resol.) voor het nemen van foto's met hoge resolutie.
Kleurtoon aanpassen
Door de witbalans zien witte voorwerpen er ook wit uit. Hoewel [AUTO] goed
geschikt is voor de meeste situaties, kunt u andere opties kiezen voor wanneer
[AUTO] er niet in slaagt om witte voorwerpen wit weer te geven, of als u witte
voorwerpen met opzet van een kleurschaduw wilt voorzien.
• Deze instelling kan worden gemaakt met:
- De knop WB (Blz. 203)
2
- Het LV-superbedieningspaneel (Blz. 204)
Modus witbalans
Witbalans
automatisch
AUTO
instellen
Vooraf
ingestelde
witbalans
One-touch
P/Q/
witbalans
W/X
Custom-
witbalans
202 NL
K 2-13 Kleur en kwaliteit
Kleurtemperatuur
—
5
5300 K
N
7500 K
O
6000 K
1
3000 K
>
4000 K
U
—
5500 K
n
Geselecteerde
waarde voor one-
touch witbalans
2000 K –
CWB
14000 K
- De menu's (Blz. 204)
- Live controles (Blz. 204)
Kies voor
De meeste normale scènes (scènes die (bijna)
witte voorwerpen bevatten)
• Deze modus wordt aanbevolen voor de
meeste situaties.
• U kunt ervoor kiezen om de kleuren
te behouden die voorkomen onder
gloeilamplicht (Blz. 205).
Buitenscènes met zonlicht, zonsondergangen,
vuurwerk
Daglichtopnamen van onderwerpen in de schaduw
Daglichtopnamen met bewolkte luchten
Onderwerpen onder gloeilampverlichting
Onderwerpen onder fl uorescentieverlichting
Onderwaterfotografi e
Lichtbronnen met dezelfde kleurtemperatuur als
fl itsverlichting
Situaties waarin u de witbalans wilt instellen
voor een bepaald onderwerp
• De kleurtemperatuur wordt ingesteld op
een waarde die met een wit voorwerp wordt
gemeten, met de verlichting die voor de
defi nitieve opname wordt gebruikt (Blz. 207).
Situaties waarin u de juiste kleurtemperatuur
kunt vaststellen
• Kies een kleurtemperatuur.
(K WB)