3
Markeer [Opr. vanuit aangep. mod.] met behulp van
de FG-knoppen en druk op de I-knop.
• Het menu [Opr. vanuit aangep. mod.] wordt
weergegeven.
4
Markeer de gewenste aangepaste modus met
behulp van de FG-knoppen en druk op de
I-knop.
5
Markeer [Ja] met behulp van de FG-knoppen en
druk op de OK-knop.
• W Opnamemenu 1 wordt weergegeven.
6
Druk meerdere keren op de MENU-knop om de
menu's af te sluiten.
De knop Fn gebruiken
[Opr. vanuit aangep. mod.] kan aan een camerabediening worden toegewezen.
U kunt instellingen voor een geselecteerde aangepaste modus oproepen met de
druk op een knop. Ook de geselecteerde opnamemodus wordt opgeroepen. Druk
op de bediening om de aangepaste modus in of uit te schakelen. g G Aangepast
menu J [K Knopfuncties] (Blz. 463)
Resetten/aangep. modi
Resetten
Toewijzen aan aangep. mod.
Opr. vanuit aangep. mod.
Terug
Opr. vanuit aangep. mod.
Aangep. modus C1
Aangep. modus C2
Aangep. modus C3
Aangep. modus C4
Terug
Aangep. modus C1
C1-instellingen toepassen?
Huidige camera-inst.worden
overschreven.
Terug
K 2-8 Een opnamemodus kiezen
Basis
Instellen
Instellen
Ja
Nee
2
Instellen
NL
113