Instellingen aanpassen in modus
Gebruik de voorste en achterste draaiknoppen om de
volgende instellingen aan te passen.
Voorste draaiknop:
Achterste draaiknop: Sluitertijd
• De belichtingscompensatie kan ook worden ingesteld met
de knop F. Druk op de knop F en draai aan de voorste of
achterste draaiknop.
%
• U kunt kiezen welke functies door de voorste en achterste draaiknop worden uitgevoerd.
g G Aangepast menu J [K Functieregelaar] (Blz. 473)
• U kunt het Fn-hendeltje gebruiken om de rollen van de voorste en de achterste
draaiknop te wisselen. Aan de schakelaar kunnen ook andere rollen worden toegewezen.
g G Aangepast menu J [K Fn-schakelrfunctie] (Blz. 475)
• U kunt kiezen of het display de effecten van de belichtingsinstelling weergeeft, of dat het
display een constante helderheid handhaaft. Bij standaardinstellingen zijn de effecten van
belichtingscompensatie zichtbaar in het display. g [LV versterk.] (Blz. 200)
2
• Als u bewegingsonscherpte-effecten wilt bereiken in helder verlichte scènes, waarbij
de benodigde lange sluitertijden niet beschikbaar zijn, kunt u live ND-fi lter gebruiken.
g [Opn. mkn in live ND] (Blz. 197)
• Afhankelijk van de gekozen sluitertijd ontstaan er mogelijk kleurenbanden in het display
als gevolg van fl ikkeringen van fl uorescerende of led-lichtbronnen. De camera kan
worden geconfi gureerd om de effecten van fl ikkering tijdens live view of foto-opnamen te
verminderen. g [Minder fl ikkering] (Blz. 190), [K Flikkeringdetectie] (Blz. 193)
100 NL
K 2-8 Een opnamemodus kiezen
Belichtingscompensatie (Blz. 180)
S