Scherpte instellen
Pas de scherpte van de afbeelding aan. U kunt omrandingen benadrukken voor
een scherp, duidelijk beeld. De instellingen worden voor elke fotomodus afzonderlijk
opgeslagen.
• Deze instelling kan worden gemaakt met:
- Het LV-superbedieningspaneel
Hi (+)
Verhoog de scherpte. De omrandingen worden scherper gedefi nieerd.
Lo (−)
Verlaag de scherpte. De omrandingen worden minder scherp gedefi nieerd.
Toegang via het LV-superbedieningspaneel
1
Markeer [Scherpte] in het
LV-superbedieningspaneel.
2
2
Markeer een optie met behulp van de voorste
regelaar.
3
Druk de ontspanknop half in om de gemarkeerde
optie te selecteren en het LV-superbedieningspaneel
te sluiten.
Menutoegang
Pas de scherpte aan met [Fotomodus] in W Opnamemenu 1.
MENU-knop
behulp van FG op de pendelknop en druk op de I-knop
van de FG-knoppen druk op I-knop
220 NL
K 2-13 Kleur en kwaliteit
W (Opnamemenu 1)-tabblad
- De menu's
[Fotomodus]
Markeer [Scherpte] met behulp
Gebruik de FG-knoppen om een optie te kiezen
(Scherpte)
Scherpte
Scherpte
Natural
ISO
WB
Auto
Auto
Markeer een fotomodus met
Normaal