4
Druk nogmaals op de knop waaraan [a] is
toegewezen.
• De camera zoomt in op het geselecteerde deel om het
scherm te vullen.
• Gebruik de multiselector om het display te verschuiven.
• Gebruik de voorste of achterste regelaar om in of uit te
zoomen.
• U kunt het display ook met de pendelknop verschuiven
(FGHI).
• In opnamemodus
tijdens het zoomen op de INFO-knop drukken om een
diafragma of de sluitertijd te kiezen.
• Druk op de knop a om terug te keren naar het
zoomkader.
• Druk op de OK-knop om focuszoom te beëindigen.
• U kunt focuszoom ook beëindigen door de a-knop
ingedrukt te houden.
5
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen
2
met autofocus.
• Focuszoom heeft alleen effect op het scherm. Foto's die met de camera worden genomen,
worden niet beïnvloed.
%
• Aanraakbedieningen kunnen worden gebruikt voor focuszoom. Tik op uw onderwerp in het
scherm. Het zoomkader verschijnt. Tik op Y om in te zoomen.
• U kunt het deel in het zoomkader helderder maken om eenvoudiger scherp te stellen. Ook
kunt u de camera confi gureren om focuszoom te sluiten wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. g [LV-close-upinstellingen] (Blz. 139)
138 NL
K 2-9 Scherpstellen
M
B
(handmatig) of
(bulb) kunt u
1
100
%
10
x
1
100
%
250 F5.6
Belichtingsaanpassings-
M
weergave voor de
- en
B
-modi