L
Lens scherpstelbereik
Kies het bereik waarin de camera scherp stelt tijdens autofocus. Dit is handig in
situaties waarin er zich een obstakel tussen het onderwerp en de camera bevindt
tijdens de scherpstelling, wat tot drastische wijzigingen leidt bij het scherpstellen.
U kunt dit ook gebruiken om te voorkomen dat de camera op voorwerpen in de
voorgrond scherp stelt wanneer u door een hek, raam of iets dergelijks fotografeert.
• Dit onderdeel is bedoeld voor fotografi e. Zie pagina 143 voor meer informatie.
Afstandsinstellingen
Ontspanprioriteit
L-tabblad
%
U kunt [AF-beperker] toewijzen aan een knop. U hoeft dan slechts op de knop te drukken om
het scherpstelbereik te beperken. Houd de knop ingedrukt en draai aan een regelaar om te
kiezen uit de drie opgeslagen instellingen. g [K Knopfuncties] (Blz. 463)
L
AF hulpverl. Autofocus Assist
4
De AF-hulpverlichting licht op om de werking van het scherpstellen in donkere
omgevingen te ondersteunen.
Aan
De lamp gaat branden tijdens autofocus als het onderwerp slecht is verlicht.
Uit
De lamp gaat niet branden, zelfs als het onderwerp slecht is verlicht.
L-tabblad
• Als u de AF-hulpverlichting wilt gebruiken tijdens stille fotografi e, moet u de optie wijzigen die
is geselecteerd voor [Instellingen s stille modus] (Blz. 167).
490 NL
4-5 Camerafuncties aanpassen
Kies het bereik uit beschikbare scherpstelafstanden. De camera
kan tot drie instellingen opslaan voor verschillende situaties. De
afstanden zijn benaderingen en zijn uitsluitend bedoeld als richtlijn.
De sluiter kan nog steeds worden ontspannen als de camera niet kan
scherpstellen als [Aan] is geselecteerd voor [AF-beperker].
[AF-beperker]
Kies een optie
[AF hulpverl.]
Kies een optie
(AF-beperker)
(AF hulpverl.)