Aangepaste fotomodi maken
Maak aangepaste fotomodi door de parameters van bestaande modi te bewerken.
Aangepaste fotomodi kunnen met [i-Enhance], [Vivid], [Natural], [Laag contrast],
[Portret], en [Monotoon] worden gemaakt.
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te
geven.
2
Markeer [Fotomodus] in W Opnamemenu 1 en druk
op I op de pendelknop.
3
Markeer [Aangepast] met behulp van de
FG-knoppen en druk op de I-knop.
• De opties voor aangepaste fotomodus worden
weergegeven.
4
Wijzig de instellingen met de knoppen FG.
• Kies een [Fotomodus] en wijzig [Scherpte], [Contrast],
[Verzadiging], [Gradatie], [Effect], [Kleurenfi lter] en
[Monochroom].
• Markeer items met de FG-knoppen en druk op de
I knop om instellingen weer te geven. Nadat u de
instellingen hebt aangepast, drukt u op de OK-knop om
terug te keren naar het [Aangepast]-menu.
5
Druk meerdere keren op de MENU-knop om de
menu's af te sluiten.
6
Selecteer [K Aangepast] voor fotomodus om de
aangepaste instellingen te gebruiken.
(K Aangepaste fotomodus)
Resetten/aangep. modi
1
1
Fotomodus
2
Beeldverhouding
Dig. televoorzetlens
Terug
i-Enhance
Levendig
Natural
Laag contrast
Portret
Monotoon
Aangepast
Terug
Fotomodus
Scherpte
Contrast
Verzadiging
Gradatie
Terug
Fotomodus
ISO
Auto
K 2-13 Kleur en kwaliteit
Opnamemenu 1
4:3
Uit
Instellen
Fotomodus
Instellen
Aangepast
Normaal
Instellen
Aangepast
WB
Auto
Normaal
NL
219
2