O
Camerawazigheid verminderen
Verminder de wazigheid die vaak door cameratrillingen worden veroorzaakt,
bijvoorbeeld als het onderwerp slecht is verlicht of bij foto's genomen met een grote
zoom.
• Dit onderdeel is bedoeld voor fotografi e. Zie pagina 176 voor meer informatie. De optie
die is geselecteerd voor [n AF/IS Instellingen] > [n Beeldstab.] (Blz. 376) in het menu
n video wordt geactiveerd in modus n (fi lm).
S-IS uit
S-IS AUTO (auto)
S-IS1 (multi-directioneel) De beeldstabilisatie werkt voor alle camerabewegingen.
S-IS2 (verticaal)
S-IS3 (horizontaal)
• Als u andere lenzen dan uit het Micro Four Thirds of Four Thirds-systeem gebruikt, moet
u de brandpuntsafstand van de lens opgeven. Druk op de I-knop op de pendelknop in het
menu waarin u een optie selecteert, gebruik de FGHI-knop om een waarde te markeren
en druk op de OK-knop. Als u de lensinformatie gebruikt die met [Instellingen lensinfo]
(Blz. 550) is opgeslagen, wordt de opgeslagen lensbrandpuntsafstand gebruikt.
• De instelling die met de beeldstabilisatieschakelaar van de lens is geselecteerd, indien
4
beschikbaar, heeft prioriteit boven instellingen die u in de camera hebt ingesteld.
%
• U kunt kiezen of beeldstabilisatie wordt uitgevoerd wanneer u de ontspanknop half indrukt.
g G Aangepast menu O > [Half indrukken bij IS] (Blz. 178)
O-tabblad
510 NL
4-5 Camerafuncties aanpassen
Beeldstabilisatie uitgeschakeld. Selecteer deze optie als u een
statief gebruikt.
De beeldstabilisatie werkt voor bewegingen in alle richtingen. Als
pannen wordt vastgesteld, wordt de beeldstabilisatie automatisch
onderbroken voor die as.
De beeldstabilisatie werkt voor bewegingen onder de juiste
hoeken ten opzichte van de camerabasis. Gebruik deze functie
wanneer u de camera horizontaal pant.
De beeldstabilisatie werkt voor bewegingen parallel ten opzichte
van de camerabasis. Gebruik deze functie wanneer u de camera
naar links of rechts pant met de camera in portretoriëntatie (hoog).
[K Beeldstabilisatie]
(K Beeldstabilisator)
Kies een optie