Aangepaste AF-doelen
Kies het aantal beschikbare AF-doelen en hoe ver het AF-doel beweegt tijdens de
AF-doelselectie. Doelen kunnen groter zijn dan groepsdoelen of de maat aannemen
van onderwerpen waarvan de beweging kan worden voorspeld. U kunt ook de
afstand vergroten tussen de beschikbare doelen voor een snellere doelselectie.
De camera kan tot vier verschillende combinaties van instellingen opslaan.
Kies de doelgrootte. De doelbreedte en -hoogte kunnen apart worden ingesteld.
Grootte
Kies uit verticale en horizontale afmetingen van 1, 3, 5, 7, 9 en 11.
Kies het aantal stappen dat het doel beweegt tijdens de doelselectie. De grootte
Stap
van de horizontale en verticale stappen kan apart worden ingesteld. Kies uit
stappen van 1, 2 en 3.
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te
geven.
2
Selecteer G Aangepast menu K (AF/MF).
3
Markeer [t Modi-inst. voor doelgeb.] met behulp van
FG op de pendelknop en druk op de I-knop.
4
Gebruik de FG-knoppen om de bestemming voor het
aangepaste doel te kiezen en druk op de I-knop.
• De opties voor aangepast doel verschijnen.
(t Doelmodusinstellingen)
Modusinstellingen
AF-meetgebied
AF-doelgebied
Voorinstelling
Scherminst. selecteren
Modi-inst. voor doelgeb.
Oriëntatie verb. met N
Terug
Instellen
Modusinstellingen
AF-meetgebied
AF-doelgebied
Voorinstelling
Scherminst. selecteren
Modi-inst. voor doelgeb.
Oriëntatie verb. met N
Terug
Instellen
Modi-inst. voor doelgeb.
Terug
Instellen
K 2-9 Scherpstellen
2
Aan1
Uit
Aan1
Uit
NL
125