Advertenties
2
Markeer het gewenste bedieningselement met
FG op de pendelknop en druk op de I-knop.
3
Markeer [Multifunctie] met behulp van de
FG-knoppen en druk op de OK-knop.
• Afhankelijk van welk bedieningselement wordt
geselecteerd, is [Multifunctie] mogelijk niet beschikbaar.
Selecteer een ander bedieningselement.
4
Druk op de OK-knop om te sluiten wanneer de instellingen zijn afgerond.
• De camera keert terug naar het opnamescherm.
Multifunctieknoppen gebruiken
1
Houd de knop ingedrukt waaraan [Multifunctie] is
toegewezen en draai aan de voorste of achterste
regelaar.
• Draai aan de regelaar totdat de gewenste functie is
gemarkeerd. Laat de regelaar los om de gemarkeerde
functie te selecteren.
2
Druk de knop in waaraan [Multifunctie] is
toegewezen.
3
Pas de instellingen aan.
Lichte/
schaduwdelen
Kleurenmaker
ISO
WB
Vergroting
Beeldverhouding
S-OVF
Pieken
Pas de helderheid aan met de voorste of achterste regelaar. Druk
op de INFO-knop om het toonbereik te kiezen (licht, schaduw of
middentonen).
Gebruik de voorste regelaar om de kleurschakering aan te passen
en de achterste regelaar om de verzadiging aan te passen.
Kies een instelling met behulp van de voorste of achterste
regelaar.
Het zoomkader verschijnt.
Kies een instelling met behulp van de voorste of achterste
regelaar.
Druk op de knop om de functie aan of uit te zetten.
Terug
MultiFn
Druk om de verschillende
functies te activeren en
gebruik de regelaar om een
nieuwe functie te kiezen.
Terug
4-3 Knoppen en regelaars aanpassen
K Functieregelaar
Instellen
Multifunctie
Instellen
Lichte/schaduwdelen
NL
4
471
Advertenties
