[n Fn-hendelfunctie] > [Modus2]
Wanneer [Modus2] is geselecteerd voor [n Fn-hendelfunctie] slaat de camera
aparte scherpstelinstellingen op voor posities 1 en 2.
• De opties [MF] en [Voorinstelling MF] die zijn toegewezen aan de bedieningselementen met
[nKnopfuncties], kunnen niet worden gebruikt.
1
Draai het Fn-hendeltje naar positie 1.
• De camera kan de instellingen opslaan die zijn
geselecteerd voor:
[AF-modus]:
[AF-doelmodus]: enkel, alle, enz.
[AF-richtpunt]:
2
Herhaal het proces voor positie 2.
3
Draai de hendel naar de gewenste positie om de
opgeslagen instellingen op te roepen.
S-AF, C-AF, enz.
AF-kaderpositie
Terug
n 3-12 Camerabedieningen aanpassen
Fn-hendel
Modus2
AF-modus
AF-doelmodus
AF-richtpunt
NL
3
427