Opmerkingen:
1) Er bevinden zich twee klemmen aan de bovenkant van de cassette, langs de bovenrand van
de adapter. Er zijn nog twee klemmen aanwezig, aan de rand van de cassette tegenover de
greeprand van de adapter.
2) Als de adapterklem in de horizontale positie staat, zijn de adapterhouders ontgrendeld en
kunnen ze naar de adapter worden geschoven.
3) Plaats de houders (B) en vergrendel ze. Raadpleeg Figuur 54.
Waarschuwing: Als u de steunhouder in de hoek linksonder gebruikt, kan dit problemen
opleveren bij het plaatsen van de PCI-kaart als de cassette in het systeem wordt geplaatst.
Zorg dat de houder niet in de weg zit bij de adapterconnectors op de achterplaat van het sys-
teem.
4) Controleer of de randen van de adapter in elk van de groeven (A) van de houder zitten. Als
het door de vorm van de adapter of de aanwezigheid van een connector niet mogelijk is om
de rand van de adapter in de groep te plaatsen, controleer dan of de houder desondanks
goed tegen de rand of connector aan zit.
Figuur 54. Lange adapter in de PCI-adaptercassette waarbij de steunen en stabilisatoren zijn aangebracht
9. Nadat de klemmetjes zijn aangebracht, plaatst u de klep van de cassette als volgt terug:
a. Schroef de draaipen (C) op zijn plaats vast.
b. Schuif de klep (B) op zijn plaats op de cassette (zie onderstaande afbeelding).
c. Houd de grendel (A) in de geopende positie en plaats de klep op de draaipen (C).
d. Laat de grendel los om de klep te vergrendelen.
66
Procedures voor vervangen en verwijderen van 5802 en 5877