2. Voordat u op de aan/uit-knop van het bedieningspaneel drukt, controleert u eerst of de systeemeen-
heid is aangesloten op netspanning. Ga hierbij als volgt te werk:
v Alle netsnoeren van het systeem zijn aangesloten op een stopcontact.
v De LED van de netvoeding die wordt afgebeeld in de volgende figuur knippert langzaam.
v Controleer of bovenin het paneel de tekens 01 V=F worden vermeld (zie de onderstaande afbeel-
ding).
3. Druk op de aan/uit-knop (A) van het bedieningspaneel.
Figuur 88. Bedieningspaneel
v A: Aan/uit-knop
v B: Voedings-LED
– Een continu brandend lampje geeft aan dat de netspanning volledig is ingeschakeld voor de een-
heid.
– Een knipperend lampje geeft aan dat de eenheid beschikt over standby-voeding.
Opmerking: Nadat u op de aan/uit-knop drukt duurt het ongeveer 30 seconden totdat de
voedings-LED ophoudt met knipperen en ononderbroken blijft branden. Tijdens deze overgangspe-
riode knippert de LED misschien iets sneller.
v C: Identificatielampje behuizing
– Een constant brandend lampje geeft de identificatiestatus aan voor de behuizing of voor een
resource binnen de behuizing.
– Geen licht geeft aan dat geen resources in de behuizing worden aangeven.
v D: Attentielampje
– Als dit lampje niet brandt, functioneert het systeem normaal.
– Een constant brandend lampje geeft aan dat het systeem aandacht vereist.
v E: USB-poort
v F: Storingslampje behuizing
– Een constant brandend lampje geeft aan dat er een foutindicator actief is in het systeem.
– Als dit lampje niet brandt, functioneert het systeem normaal.
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
117