Tip: Hierdoor schakelt het indicatielampje voor het onderdeel over van de Fout-status naar de
Normale status.
Ga verder met stap 9.
7. Selecteer de resource voor het vervangen onderdeel in het menu Resource Repair Action. Als een
resource is vermeld in het foutenlogboek en u de resource met succes test in de werkstand
systeemverificatie, verschijnt het menu Resource Repair Action. Voer de volgende stappen uit om
het foutenlogboek bij te werken om aan te geven dat er een door het systeem detecteerbaar onder-
deel is vervangen. Op systemen die beschikken over een indicatielampje voor het defecte onderdeel,
verandert de status van dit lampje van Storing in Normaal.
a. Selecteer de resource die is vervangen in het menu Resource Repair Action. Als de reparatieactie
bestaat uit het opnieuw aanbrengen van een kabel of adapter, selecteert u de daarbij betrokken
resource. Wanneer de resource waarop de reparatieactie van toepassing is, niet wordt vermeld in
de Resource List, selecteert u sysplanar0. Druk op Enter.
b. Kies Commit zodra u de gewenste opties hebt gekozen. Wordt er dan een ander Resource Repair
Action-venster afgebeeld?
v Nee: Als het venster No Trouble Found wordt afgebeeld, gaat u naar stap 9.
v Ja: Ga naar stap 8.
8. Selecteer, indien nodig, het boven- of onderliggende item van de resource voor het vervangen onder-
deel in het menu Resource Repair Action. Als een resource is vermeld in het foutenlogboek en u de
resource met succes test in de werkstand systeemverificatie, verschijnt het menu Resource Repair
Action. Voer de volgende stappen uit om het foutenlogboek bij te werken om aan te geven dat er
een door het systeem detecteerbaar onderdeel is vervangen. Hierdoor schakelt het indicatielampje
voor het onderdeel over van de Fout-status naar de Normale status.
a. Selecteer in het menu Resource Repair Action het boven- of onderliggende element van de ver-
vangen resource. Als de reparatieactie bestaat uit het opnieuw aanbrengen van een kabel of adap-
ter, selecteert u de daarbij betrokken resource. Wanneer de resource waarop de reparatieactie van
toepassing is, niet wordt vermeld in de Resource List, selecteert u sysplanar0. Druk op Enter.
b. Kies Commit zodra u de gewenste opties hebt gekozen.
a. Wanneer het venster No Trouble Found wordt afgebeeld, gaat u naar stap 9.
9. Wanneer u de instellingen voor de serviceprocessor of het netwerk hebt gewijzigd, zoals beschreven
in de voorgaande procedures, zet u de instellingen terug naar de waarden zoals die golden vooraf-
gaand aan het systeemonderhoud.
10. Hebt u voorafgaand aan deze procedure hot-plug-procedure(s) uitgevoerd?
v Nee: Ga naar stap 11.
v Ja: Ga naar stap 12.
11. Start het besturingssysteem, waarbij het systeem of de logische partitie in de modus Normal staat.
Lukt het om het besturingssysteem te starten?
v Nee: Neem contact op met de serviceprovider. Hiermee is deze procedure ten einde.
v Ja: Ga naar stap 12.
12. Branden de attentielampjes nog?
v Nee: Hiermee is deze procedure afgerond.
v Ja. Schakel de attentielampjes uit. Instructies vindt u in Service-indicators wijzigen.
Een reparatie controleren
Aan de hand van deze procedures kunt u, na afloop van reparaties aan het systeem, controleren of de
hardware goed werkt.
Kies een van de volgende opties:
v Voor het controleren van de reparatie van een systeem dat tijdens de reparatie uit stond, gaat u naar
stap 1 op pagina 136.
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
135