Om deze bewerking te kunnen uitvoeren, moet u beschikken over een van de volgende
machtigingsniveaus:
v Beheerder
v Gemachtigde serviceprovider
Voer de volgende stappen uit om de attentie-indicator voor het systeem uit te schakelen:
1. Geef in het ASMI-welkomstvenster uw gebruikers-ID en wachtwoord op en klik op Aanmelden.
2. Ga naar het navigatiegebied en vouw Systeemconfiguratie > Service-indicators > Attentie-indicator
systeem uit.
3. In het rechterdeelvenster klikt u op Schakel de attentie-indicator voor het systeem uit. Als deze po-
ging niet slaagt, wordt er een foutbericht afgebeeld.
Een identificatie-LED activeren of deactiveren met behulp van de Advanced
System Management Interface
U kunt een identificatie-LED activeren of deactiveren met behulp van de Advanced System Management
Interface (ASMI).
U kunt van elke indicator de locatiecode opgeven om de huidige status te bekijken of te wijzigen. Als u
de verkeerde locatiecode opgeeft, probeert systeembeheer (advanced system manager) naar het direct bo-
venliggende niveau van de locatiecode te gaan.
Het volgende niveau is de basis locatiecode voor de desbetreffende FRU. Een gebruiker geeft bijvoorbeeld
de locatiecode op voor het FRU-onderdeel in de tweede I/O-sleuf van de derde behuizing in het systeem.
Als de locatiecode voor de tweede I/O-sleuf onjuist is (het FRU-onderdeel bestaat niet op deze locatie),
wordt geprobeerd om de indicator voor de derde behuizing in te stellen. Dit proces gaat door tot de FRU
is gevonden of totdat er geen niveaus meer beschikbaar zijn.
Om deze bewerking te kunnen uitvoeren, moet u beschikken over een van de volgende
machtigingsniveaus:
v Beheerder
v Gemachtigde serviceprovider
Voer de volgende stappen uit om de actuele status van een indicator te wijzigen:
1. Geef in het ASMI-welkomstvenster uw gebruikers-ID en wachtwoord op en klik op Aanmelden.
2. Ga naar het navigatiegebied en vouw Systeemconfiguratie > Service-indicators > Indicators op
locatiecode uit.
3. Geef in het rechterdeelvenster de locatiecode van het FRU-onderdeel op en klik op Doorgaan.
4. Selecteer de gewenste status in de lijst.
5. Klik op Instellingen opslaan.
Serviceaanvraag sluiten
Voer deze procedures uit voor het sluiten van service-events, het wissen van hardwareberichten en het
gereedmaken van de server voor terugzending naar de klant.
Volg deze checklist voordat u de procedure uitvoert:
v Breng de server terug in de staat waarin die normaalgesproken door de klant wordt gebruikt, zoals het
type IPL, de IPL-werkstand en de manier waarop het systeem is geconfigureerd of gepartitioneerd.
Waarschuwing: Voordat u het systeem terugstuurt naar de klant, moet u het systeem uit de
onderhoudswerkstand halen. Als het systeem in de onderhoudswerkstand blijft staat, wordt er name-
lijk elke twee uur automatisch een serviceaanvraag geplaatst.
160
Procedures voor vervangen en verwijderen van 5802 en 5877