Download Print deze pagina

IBM 5802 Gebruiksaanwijzing pagina 28

Advertenties

5. Start het systeem. Raadpleeg voor instructies Systeem of logische partitie starten.
6. Controleer het geïnstalleerde onderdeel. Raadpleeg voor instructies Het geïnstalleerde onderdeel con-
troleren.
I/O-achterplaat (CRU)
Aan de hand van deze procedure installeert en verwijdert u de achterplaat.
Verwijderen van de I/O-achterplaat
Als uw systeem wordt beheerd door de Hardware Management Console (HMC), kunt u bij de procedure
voor het verwijderen van de I/O-achterplaat uit de server gebruikmaken van die HMC. Instructies vindt
u in Een onderdeel verwijderen met behulp van de Hardware Management Console.
Als uw systeem wordt beheerd door de IBM Systems Director Management Console (SDMC), maakt u bij
het verwijderen van de I/O-achterplaat uit de server gebruik van de SDMC. Instructies vindt u in Een
onderdeel verwijderen met behulp van de Systems Director Management Console.
Als u geen beheerconsole hebt, voert u de volgende procedure uit om de I/O-achterplaat te verwijderen:
1. Voer de vereisten taken uit, zoals beschreven in "Voordat u begint" op pagina 101.
2. Voer een van de volgende stappen uit, zoals van toepassing:
v Als u de I/O-achterplaat verwijdert in verband met een systeemupgrade of als onderdeel van een
andere procedure, gaat u verder met stap 3.
v Verwijdert u de I/O-achterplaat omdat er een systeemstoring is opgetreden, spoor het defecte on-
derdeel dan op aan de hand van het logboek voor serviceacties. Zie "Een defect opsporen" op pa-
gina 110.
3. Stop het systeem. Instructies vindt u in "Een systeem of de logische partitie stoppen" op pagina 118.
4. Koppel het systeem los van de voedingsbron.
Opmerking: Het systeem kan zijn voorzien van een tweede voedingseenheid. Voordat u verder gaat
met deze procedure, controleert u of alle voedingsbronnen voor het systeem zijn losgekoppeld.
14
Procedures voor vervangen en verwijderen van 5802 en 5877

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5877