Als uw systeem wordt beheerd door de IBM Systems Director Management Console (SDMC), maakt u bij
het terugplaatsen van de schijfstationachterplaat in de server gebruik van de SDMC. Instructies vindt u in
Een onderdeel terugplaatsen met behulp van de Systems Director Management Console.
Als u geen HMC of SDMC hebt, voer dan de volgende procedure uit om een schijfstationachterplaat te-
rug te plaatsen:
1. Zoek het systeem op waaraan u gaat werken. Dat doet u aan de hand van het opsporingsproces
waarbij de blauwe systeemopsporingsindicator wordt aangezet. Voor meer informatie gaat u naar
LED's op bedieningspaneel.
2. Voer de vooraf vereiste taken uit. Deze worden beschreven in Voordat u begint.
3. Koppel de 5802 uitbreidingseenheid los van de voedingsbron.
Opmerking: Dit systeem is uitgerust met een tweede voedingseenheid. Voordat u verder gaat met
deze procedure, controleert u of alle voedingsbronnen voor het systeem zijn losgekoppeld.
(L003)
of
4. Open het voorpaneel van het rek.
5. Spoor het onderdeel op met behulp van de indicator-LED's, zoals beschreven in Een defect onder-
deel opsporen.
6. Om de schijfstationachterplaat of het opvulpaneel terug te zetten, tilt u de achterplaat aan twee kan-
ten op en houdt u hem op één lijn met de geleiderails in de uitbreidingseenheid.
Let op!
De schijfstationachterplaat voor de 5802 uitbreidingseenheid is behoorlijk zwaar. Controleer vóór-
dat u begint of u deze taak veilig tot een goed einde kunt brengen.
7. Ondersteun de onderkant van de schijfstationachterplaat of het opvulpaneel met uw hand en schuif
de achterplaat of het opvulpaneel in de uitbreidingseenheid (zie Figuur 5 op pagina 8 of Figuur 6 op
pagina 8).
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
7