Het systeem beschikt over verschillende LED's om verschillende componenten in het systeem te identifi-
ceren, zoals behuizingen of FRU's (Field Replaceable Units). Om deze reden worden deze LED's identifica-
tie-LED's genoemd.
U kunt de volgende types identificatie-LED's activeren of deactiveren:
v Identificatie-LED voor een behuizing. Als u een adapter aan een bepaalde module (behuizing) wilt
toevoegen, moet u het type, model en serienummer (MTMS) van de module weten. Om te bepalen of u
over de juiste MTMS beschikt voor de module die de nieuwe adapter nodig heeft, kunt u de LED voor
een module activeren en kunt u controleren of de MTMS overeenkomt met de module die de nieuwe
adapter nodig heeft.
v Identificatie-LED voor een FRU die bij een aangegeven behuizing hoort. Als u een kabel wilt aan-
sluiten op een bepaalde I/O-adapter, kunt u de LED voor die adapter activeren (de adapter is een
FRU), zodat u precies kunt zien waar u de kabel moet aansluiten. Dit is vooral handig als u over ver-
schillende adapters met open poorten beschikt.
Als u een identificatie-LED voor een behuizing of FRU wilt activeren of deactiveren met behulp van de
HMC, moet u de volgende stappen uitvoeren:
1. Ga naar het navigatiegebied en open Systeembeheer.
2. Selecteer de server waar u mee werkt.
3. Klik op Bewerkingen > LED-status > Identificatie-LED. Het venster Identificatie-LED, Behuizing se-
lecteren wordt geopend.
4. Als u een identificatie-LED voor een behuizing wilt activeren of deactiveren, selecteert u een behui-
zing in de tabel en klikt u op LED activeren of LED deactiveren. De bijbehorende LED gaat aan of
uit.
5. Als u een identificatie-LED voor een FRU wilt activeren of deactiveren, selecteert u een behuizing in
de tabel en klikt u op Geselecteerd > Lijst van FRU's.
6. Selecteer een of meer FRU's in de tabel en klik op LED activeren of LED deactiveren. De bijbeho-
rende LED gaat aan of uit.
Als u een identificatie-LED voor een behuizing of FRU wilt activeren of deactiveren met behulp van de
SDMC, moet u de volgende stappen uitvoeren:
1. Ga naar de pagina Welkom en selecteer de server op het tabblad Resources.
2. Klik op Acties > Service en ondersteuning > Hardware > Identificatie-LED.
3. Als u een identificatie-LED voor een behuizing wilt activeren of deactiveren, selecteert u een behui-
zing in de tabel en klikt u op LED activeren of LED deactiveren. De bijbehorende LED gaat aan of
uit.
4. Als u een identificatie-LED voor een FRU wilt activeren of deactiveren, selecteert u een behuizing in
de tabel en klikt u op Lijst van FRU's.
5. Selecteer een of meer FRU's in de tabel en klik op LED activeren of LED deactiveren. De bijbeho-
rende LED gaat aan of uit.
Een attentie-LED of partitie-LED deactiveren met behulp van de Advanced System
Management Interface
U kunt een attentie-LED of partitie-LED deactiveren met behulp van de Advanced System Management
Interface (ASMI).
De attentie-indicator geeft een zichtbaar signaal dat er naar het systeem moet worden gekeken of dat het
service nodig heeft. Elk systeem heeft één attentie-indicator voor het systeem. Als er iets gebeurt waar-
door uw tussenkomst of die van de serviceafdeling is vereist, brandt de attentie-indicator voor het sys-
teem onophoudelijk. De attentie-indicator voor het systeem wordt ingeschakeld als er invoer plaatsvindt
in het foutenlogboek van de serviceprocessor. Het foutbericht wordt verzonden naar het
systeemfoutenlogboek en het foutenlogboek van het besturingssysteem.
Procedures voor verwijderen en terugplaatsen
159